Werkwoordspelling PV tt en vt
1 / 30
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Mijn zus (vermijden-tt) alle honden.
Slide 2 - Question ouverte
Gisteren (laden) de chauffeur de vracht.
Slide 3 - Question ouverte
Kees en Anja (verhuizen) vorige week.
Slide 4 - Question ouverte
De auto's (racen-vt) om de eerste plaats.
Slide 5 - Question ouverte
(worden-tt) je broer nooit boos?
Slide 6 - Question ouverte
De slager (braden-tt) het vlees.
Slide 7 - Question ouverte
In de ochtend (haasten-vt) wij ons naar school.
Slide 8 - Question ouverte
Niemand (verliezen-tt) twee keer zijn fietssleutel.
Slide 9 - Question ouverte
(beantwoorden-tt) jij die brief?
Slide 10 - Question ouverte
De buurman (wuiven-tt) naar me.
Slide 11 - Question ouverte
(vinden-tt) Mieke dat leuk?
Slide 12 - Question ouverte
De docent (verduisteren-tt) het lokaal.
Slide 13 - Question ouverte
Afrika (strijden-tt) nog steeds tegen onrecht.
Slide 14 - Question ouverte
Er (woeden-tt) een orkaan.
Slide 15 - Question ouverte
Toen de orkaan (woeden-vt) zaten wij in de kelder.
Slide 16 - Question ouverte
(baden-tt) hij iedere ochtend in de zee?
Slide 17 - Question ouverte
De trein (verminderen-tt) vaart.
Slide 18 - Question ouverte
(verbinden-tt) je mijn voet even?
Slide 19 - Question ouverte
Te veel eten (schaden-tt) de gezondheid.
Slide 20 - Question ouverte
Hij (saven-vt) alle bestanden.
Slide 21 - Question ouverte
De school (richten-vt) een standbeeld op voor de directeur.
Slide 22 - Question ouverte
Mijn telefoon (storten-vt) in de afgrond.
Slide 23 - Question ouverte
Wij (beloven-vt) jullie helemaal niets.
Slide 24 - Question ouverte
Het koolmeesje (broeden-vt) in die boom.
Slide 25 - Question ouverte
Sanne (praten-vt) de hele tijd door de les.
Slide 26 - Question ouverte
De coureur (sjezen-vt) met 100 km per uur door de bocht.
Slide 27 - Question ouverte
De fietsers (schuilen-vt) voor de regen.
Slide 28 - Question ouverte
Mijn ex (beantwoorden-vt) mijn brieven niet.
Slide 29 - Question ouverte
Klas 4 (slagen-vt) voor het examen.
