Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
Slide 1 - Diapositive
DOEL
Je kent de anatomie van het hart en de stroomrichting van het bloed.
Je kent de drie fasen in de hartslag en kunt van elke fase bepalen welke kleppen open/gesloten zijn
Terugblik vorige les
Bespreek deze leerdoelen met elkaar. Kun je ze aan elkaar uitleggen?
Slide 2 - Diapositive
Als je met een stethoscoop naar iemand zijn hartslag luistert hoor je boem, boem..(even rust)..boem, boem. Leg uit waar dit geluid door veroorzaakt wordt.
Slide 3 - Question ouverte
Kleppen
hartkleppen: tussen boezems en kamers
slagaderkleppen: tussen kamers en
aorta en longslagader
Als de hartkleppen zich sluiten hoor je een kleine boem, als de slagaderkleppen zich sluiten hoor je een grote BOEM
Samen elke hartslag boemBOEM
Slide 4 - Diapositive
1. De druk die tijdens de kamersystole wordt uitgeoefend op de slagaderkleppen van de linkerkamer is gemiddeld even groot als de druk op de slagaderkleppen van de rechterkamer. 2. Door het terugstromende bloed in het begin van de longslagader en de aorta worden de slagaderkleppen gesloten.
A
beide onjuist
B
1 juist
C
2 juist
D
beide juist
Slide 5 - Quiz
Doel
Je kunt uitleggen hoe een bloeddrukmeting werkt
Opdracht:
Per 2 tal pak je een bloeddrukmeter.
Meet je eigen bloeddruk.
Slide 6 - Diapositive
Bloeddrukmeting
Hoe werkt het?
Als de lucht vervolgens langzaam uit het manchet ontsnapt, is op een gegeven moment de systolische druk iets hoger dan de manchetdruk en stroomt er weer een beetje bloed door de slagader. Dit hoor je als 'kloppen' door de stethoscoop. Op de bloeddrukmeter is dan de bovendruk af te lezen. Wanneer er meer lucht ontsnapt, is het kloppen op een gegeven moment niet meer te horen. Dat gebeurt, zodra het bloed weer continu door de slagader stroomt en de onderdruk is bereikt.
Slide 7 - Diapositive
Bloeddruk = druk die bloed uitoefent op de binnenwand van een bloedvat
Slide 8 - Diapositive
bloeddruk
Slide 9 - Diapositive
Leg uit dat in de slagader die naar een orgaan gaat (bijvoorbeeld je arm) altijd een hogere bloeddruk heerst dan de ader die uit dat orgaan naar het hart loopt (in dit geval dus de armader).
Slide 10 - Question ouverte
Hoe verhoudt de druk in de armslagader zich tot de onderdruk en bovendruk die de arts in de manchet heeft gemeten?
A
De druk in de armslagader is altijd hoger dan de in de manchet gemeten bovendruk.
B
De druk in de armslagader varieert bij elke hartslag tussen de in de manchet gemeten bovendruk en onderdruk.
C
De druk in de armslagader is tijdens het samentrekken van het hart hoger dan de in de manchet gemeten
Slide 11 - Quiz
DOEL
Je kunt aangeven hoe de hartslagfrequentie gereguleerd wordt door het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
Je kunt uitleggen hoe bij inspanning de bloedverdeling in het lichaam verandert
Je kunt uitleggen hoe de concentratie rode bloedcellen gereguleerd wordt.
Lees op 10voorbiologie Regeling van het hart en de bloedsomloop
Slide 12 - Diapositive
Je kunt aangeven hoe de hartslagfrequentie gereguleerd wordt door het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
- Eigen aansturing
- Sinusknoop
- AV-knoop (atrioventriculaire ook wel boezemkamerknoop)
- ongeveer 60 a 70 per min een hartcyclus
Hartslag wordt ook beïnvloed door het zenuwstelsel en het hormoon, adrenaline.
Slide 13 - Diapositive
Opdracht:
Een volwassen mens heeft ongeveer 5 L bloed.
a: Hoeveel liter bloed wordt in rust naar het verteringsstelsel gestuurd?
b: Hoeveel liter bloed wordt bij inspanning naar het verteringstelsel gestuurd?
c: Waarom zou dit zo zijn?
Je kunt uitleggen hoe bij inspanning de bloedverdeling in het lichaam verandert
Slide 14 - Diapositive
EPO:
Wat is bloeddoping precies?
Je kunt uitleggen hoe de concentratie rode bloedcellen gereguleerd wordt.
Wat gebeurt er als het bloed onvoldoende zuurstof kan leveren, ondanks toegenomen adem- en hartslagfrequentie? Dan wordt een mechanisme op gang gebracht om meer rode bloedcellen aan te maken. In de nieren zitten zintuigjes die waarnemen of er voldoende capaciteit is voor zuurstoftransport. Is dat onvoldoende, dan wordt het hormoon EPO (erythropoïetine) aangemaakt, waardoor in het beenmerg de productie van rode bloedcellen wordt opgevoerd.