Hoe leert een LSK

HOE LEERT EEN LAGERESCHOOLKIND?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Toegepaste gedragswetenschappenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

HOE LEERT EEN LAGERESCHOOLKIND?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Welke verschillen zie je tussen deze klas en een kleuterklas?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe pakt de juf de les aan?

Slide 4 - Question ouverte

Welke hulpmiddelen gebruikt de juf tijdens de rekenles?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Vidéo

Wat valt je op wanneer Reina voorleest?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Geheugen
Het korte termijngeheugen van een lagereschoolkind verbetert, het metageheugen (= opvatting over het geheugen) ontwikkelt zich. Om zich bepaalde zaken gemakkelijker te herinneren of om beter te kunnen onthouden, gebruiken lagereschoolkinderen geheugenstrategieën. Veel spelen voor lagereschoolkinderen zijn gericht op geheugentraining.

Slide 12 - Diapositive

Tips bij het instuderen van leerstof
Ezelsbruggetje
Acroniemen (letterwoord waar elke letter staat voor een woord)
Ordenen
Kapstokmethode (info aan kernwoorden plakken)
Verbaliseren

Slide 13 - Diapositive

Je krijgt 1 minuut om volgende woorden van buiten te leren.  Schrijf nog niets op!
1. laptop
2. ananas
3. tandenborstel
4. plakband
5. champagne
6. skateboard
7. gitaar
8. haardroger
9. chocoladetaart
10. stofzuiger 

Slide 14 - Diapositive

Schrijf de woorden die je net geleerd hebt in de juiste volgorde op!

Slide 15 - Diapositive

Lukte het om de 10 woorden terug op te schrijven?
ja
nee

Slide 16 - Sondage

Met welke leertip zou dit gemakkelijker gaan?
A
acroniemen
B
kapstokmethode
C
ordenen
D
ezelsbruggetje

Slide 17 - Quiz

Nooit Oorlog Zonder Wapens is een voorbeeld van ...
A
acroniemen
B
kapstokmethode
C
ordenen
D
ezelsbruggetje

Slide 18 - Quiz

Roggbiv is een voorbeeld van ...
A
acroniemen
B
kapstokmethode
C
ordenen
D
ezelsbruggetje

Slide 19 - Quiz