LEZEN - Tekst personeelstekort

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

LEZEN

• Moeilijke woorden
• Signaalwoorden
• Tekstbegrip

Programma

1. Tekst lezen (5 minuten)
2. Moeilijke woorden uitzoeken (10 minuten)
3. Moeilijke woorden bespreken (10 minuten)
4. Herhalen theorie signaalwoorden (5 minuten)
5. Nieuwe signaalwoorden (5 minuten)
6. Online oefenen signaalwoorden (10 minuten)
7. Tekstvragen beantwoorden online (5 minuten)

Tekst lezen (5 min.)

Moeilijke woorden (10 min.)

• Ga  aan de slag met de moeilijke woorden in de tekst.
• Werk samen met een andere student.
• De docent geeft aan welke woorden je gaat uitzoeken.
• Schrijf de betekenis op het antwoordblad.
• Straks ga je de betekenis uitleggen aan de groep.

Moeilijke woorden bespreken (10 min)

• Leg aan de groep uit wat de betekenis van de door jou uitgezochte woorden is!

Herhaling vorige week (5 min)

Tekstverbanden en Signaalwoorden

Theorie

Een tekst moet goed te begrijpen zijn voor de lezers. Daarom worden er signaalwoorden gebruikt in een tekst. Signaalwoorden geven aan wat voor verbanden er zijn:

• binnen zinnen
• tussen verschillende zinnen
  
• tussen alinea’s
  

Verbanden en signaalwoorden helpen bij het begrijpen van een tekst.

Signaalwoorden

• opsomming: eerst, vervolgens, bovendien, daarna, ten slotte, ook

• tegenstelling: maar, echter, desondanks, hoewel, toch

• oorzaak-gevolg: daardoor, als gevolg van, waardoor, omdat, want

• voorbeeld: zo, zoals, onder andere, bijvoorbeeld, dat wil zeggen

Nieuwe TEKSTVERBANDEN 

(5 min)

• Reden/argument
• Doel - middel 

Reden/argument

Signaalwoorden

Reden/argument

daarom, omdat, want, aangezien, namelijk, dat blijkt uit

Reden/argument

Ik eet tegenwoordig nog maar weinig vlees, omdat het niet goed is voor het milieu.

Reden/argument

Ik eet tegenwoordig nog maar weinig vlees, omdat het niet goed is voor het milieu.

VERSCHIL MET 

OORZAAK -GEVOLG

Een oorzaak heb je zélf geen invloed op (bijvoorbeeld regen).

Een reden heb je wel invloed op (bijvoorbeeld verslapen)

Doel - middel

Signaalwoorden

Doel - middel

met de bedoeling, zodat, daarvoor, met behulp van, 

door middel van

Doel - middel

Kiara heeft alle opdrachten voor Nederlands gemaakt, zodat ze naar een volgende fase kan.

Doel - middel

Kiara heeft alle opdrachten voor Nederlands gemaakt, zodat ze naar een volgende fase kan.

Signaalwoorden uit tekst 

(10 min)

9 opgaven

WAT VOND JE VAN DEZE LES?

0100

Winkels gaan eerder op slot of sluiten hele dagen vanwege personeelstekort

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak - Gevolg
4. Doel - Middel

Zo worden openingstijden versoberd.

1. Toelichting/voorbeeld
2. Doel - Middel
3. Tegenstelling
4. Oorzaak - Gevolg

Veel winkeliers weten het allemaal te redden doordat veel deeltijders meer uren draaien.

1. Doel - middel
2. Tegenstelling
3. Opsomming
4. Oorzaak - gevolg

Maar de situatie is heel zorgelijk.

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Doel - middel
4. Reden/argument

Zij hebben ook grote moeite om hun mensen te behouden. Daarmee verschuift het probleem zich."

1. Oorzaak - Gevolg
2. Doel - Middel
3. Tegenstelling
4. Opsomming

Meerman ziet dat winkeliers daarom maatregelen nemen.

1. Reden/argument
2. Doel - Middel
3. Oorzaak - Gevolg
4. Toelichting/voorbeeld

Daarvoor zijn een inspirerende winkelomgeving en personeel met veel kennis heel belangrijk.

1. Opsomming
2. Doel - Middel
3. Reden/argument
4. Oorzaak - Gevolg

We moeten investeren in innovatie en robotisering, zodat bepaalde werkzaamheden niet meer door mensen gedaan hoeven te worden.

1. Opsomming
2. Doel - Middel
3. Toelichting/voorbeeld
4. Reden/argument

Denk bijvoorbeeld aan zelfscankassa's in de supermarkt.

1. Oorzaak - Gevolg
2. Opsomming
3. Toelichting/voorbeeld
4. Doel - Middel

Tekstbegrip

(5 min)

4 opgaven

Wat is de bron van deze tekst?

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Overhalen

Wat is het onderwerp van deze tekst?

1. Winkelsluiting
2. Personeelstekort
3. Personeelstekort bij winkels
4. Gewijzigde openingstijden winkels

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

1. In de detailhandel staan momenteel meer dan 40.000 vacatures open.
2. Er moet zwaar geïnvesteerd worden in innovatie en robotisering.
3. Winkels gaan eerder op slot of sluiten hele dagen vanwege personeelstekort.
4. Tekort aan winkelpersoneel.

EINDE VAN DE LES!

BEDANKT VOOR JULLIE AANDACHT!