Psychologie les 7

Omgaan Boosheid
Psychologie les 7
Leerjaar 2
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Omgaan Boosheid
Psychologie les 7
Leerjaar 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud van de les

  • Omgaan met verwardheid & omgaan met boosheid​ en Omgaan met eigen emoties​
  • Oefen vragen toets.
  • Volgende week toets.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PERIODEPLANNNG EN TOETSING
Lesweek 1: Crisissituaties​
Lesweek 2: Traumaverwerking ​
Lesweek 3 & 4: Begeleiden bij reacties op een crisissituatie 
Lesweek 5: Burn-out​
Lesweek 6: Verdedigingsmechanismen​ 
Lesweek 7: Omgaan met verwardheid & omgaan met boosheid​ en Omgaan met eigen emoties​
Lesweek 8: Kennistoets lesweek 1 t/m 7

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was ook al weer een crisissituatie?

Een noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt. 

Voorbeelden; overlijden naasten, ernstig ziek raken, slachtoffer geweld, slachtoffer ernstig ongeval.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een man die niet in staat is om een innige langdurige relatie met een vrouw op te bouwen, kan zeggen dat alle vrouwen ontrouw zijn.
A
Ontkenning
B
Projectie
C
Rationalisering
D
Regressie

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een student die niet slaagt voor zijn examen, kan zeggen dat het examen of de examinator niet eerlijk was.
A
Rationalisatie
B
Projectie
C
Ontkenning
D
Regressie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Piet is net afgewezen voor zijn sollicitatie. Piet zegt daarna dat hij het ook een saai bedrijf vond. Van wel afweermechanisme is hier sprake?
A
Ontkenning
B
Projectie
C
Rationalisatie
D
Regressie

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie vandaag!
Omgaan met verwardheid & omgaan met boosheid​ en Omgaan met eigen emoties​

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is verwardheid?

Slide 11 - Carte mentale

Verwardheid is een geestelijke hersentoestand waarbij de reactie op signalen van anderen en prikkels uit de omgeving is verstoord. Hierdoor kan niet of niet voldoende adequaat worden gereageerd op de situatie waarin men verkeert. Als gevolg daarvan verliest men de controle over de situatie en/of over zichzelf.
Oorzaken van verwardheid
Een crisis, stress, angst en slaapgebrek. 

In een crisissituatie kan iemand verward reageren. 

De verwarring komt naar voren in wat de cliënt zegt en doet. 


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgaan met verwarde cliënten
  • Wees alert of de zelfzorg nog voldoet en let erop dat er geen gevaarlijke situaties ontstaan.
  • Zorg dat de cliënt zo min mogelijk prikkels krijgt.
  • Blijf rustig en vriendelijk.
  • Spreek in korte zinnen.
  • Zorg voor structuur in dag en nachtritme voor de cliënt. 
  • Ontken de waandenkbeelden niet en ga er niet in mee.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden verward reageren
  • Gebrek aan concentratie.
  • Vergeten schone kleren aan te trekken, zich te scheren, te wassen, te douchen.
  • In een gesprek twee keer hetzelfde vertellen of de lijn van het verhaal niet vast kunnen houden. 
  • Bij zeer ernstige verwardheid kan de cliënt dingen zien of horen die er niet zijn. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Boosheid bij een crisis
Een crisissituatie geeft mensen het gevoel dat ze bedreigd worden en het gevoel dat zij de controle kwijt zijn. 

Reactie boosheid en agressie kunnen het gevolg zijn; verplaatste agressie

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgaan met cliënten die onredelijk boos zijn

  • Spreek de cliënt aan op zijn gedrag. 
  • Geef aan wat het gedrag van de cliënt met jou doet, Ik boodschap. 
  • Eis geen excuses en roep niet onnodig schuldgevoelen op.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reactie in het verwerkingsproces

  • Vanzelfsprekende zekerheden 'Dit overkomt mij niet'
  • Overweldigende emoties 'heftige huilbuien'
  • Staat van verdoving 'vorm van ontkenning, cliënt heeft geen contact meer met eigen gevoelens'. 
  • Schuldgevoelens
  • Depressieve gevoelens 'gevoelens van verdriet en neerslachtigheid.
  • Acceptatie 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Depressie
Is een psychische stoornis waarbij sprake is van ernstige en langdurige neerslachtigheid. 

Komt tot uiting in onder andere;
verlies plezier in activiteiten, geen energie hebben, slaapproblemen, laag zelfbeeld en gebrek aan zelfvertrouwen.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Helpen bij verwerken
  • Een afwachtende en luisterende houding
  • Er zijn voor de cliënt 
  • Ruimte geven om zijn emoties te uiten.
  • Draag geen oplossing aan.
  • Af en toe blijven praten over het verdriet.
  • Vraag de cliënt wat hij van jou wil of verlangt.
  • Rituelen en symbolen. vb bloemen op de kist, bidden, kaars branden.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rituele en symbolen
Een ritueel is een vaste manier van handelen in een bepaalde situatie en geeft houvast. Vb ritueel wassing, avondwaker, zege uitspreken.

Een symbool is een teken, afbeelding of voorwerp dat een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Vb trouwring, Christelijk kruis of Islamitische halve maan. 


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgaan met eigen emoties
Onverwerkte trauma's; kunnen in de weg zitten wanneer je een cliënt begeleid bij zijn trauma.

Durven nadenken over belangrijke thema's in het leven; afscheid nemen, rouwen en doodgaan. 

Bewaak je eigen grenzen; praat met collega's

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen voor de
toets

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee soorten crisissen

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie voorbeelden van een organisatiecrisis

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie verdedigingsmechanismen die cliënten gebruiken bij een (dreigende) crisis

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem vier vaardigheden die je nodig hebt als MZ professional voor het begeleiden bij een organisatiecrisis

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions