Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Insecten
Slide 1 - Diapositive
Welke insecten ken jij?
Slide 2 - Carte mentale
Wat zijn insecten?
Insecten zijn beestjes waarbij het skelet aan de buitenkant van het lichaam zit. Bij bijvoorbeeld een mens of een vogel zit het skelet aan de binnenkant van het lichaam.
Insecten worden vaak gezien als kleine, enge, kriebelbeestjes.
Slide 3 - Diapositive
Van welk insect kan een angel in je huid zitten na de beet?
A
wesp
B
bij
Slide 4 - Quiz
Welke insecten bijten?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Vidéo
Zou jij zo'n insectenlolly eten?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een bij en een wesp?
Slide 10 - Question ouverte
Waarom steken muggen?
A
uit angst
B
voor voedsel
C
boos zijn
D
omdat het lekker ruikt
Slide 11 - Quiz
Waarom steken wespen?
A
om zich te verdedigen/gevaar
B
uit angst
C
voedsel
D
odat het lekker ruikt
Slide 12 - Quiz
Insecten komen af op........
A
licht
B
warmte
Slide 13 - Quiz
Insecten komen af op ............kleding?
A
witte
B
gekleurde
Slide 14 - Quiz
Wat doe jij als je gebeten bent door een insect?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Vidéo
Wat moet je doen als je geprikt bent in mond of keel?