Lesson 4

Today in Lesson 4 
- Plurals (meervoud) 
- Talking about your favourite animal 
- Speaking exercise 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Today in Lesson 4 
- Plurals (meervoud) 
- Talking about your favourite animal 
- Speaking exercise 

Slide 1 - Diapositive

Plurals in English 
Maak aantekeningen hiervan! 
Hoe zet je woorden in het Engels nou in het meervoud?
Dit is niet heel moeilijk, je zet gewoon een S achter het woord. 
Bijvoorbeeld: 
One boy --> Two boys
One apple --> Two apple
One house --> Two house

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels
A
Er een 's achter zetten
B
Er een -s achter zetten
C
Niks, alle woorden zijn meervoud
D
A, B en C zijn goed.

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van girl?
A
Girl's
B
Girl
C
Girls
D
A,B,C zijn goed

Slide 4 - Quiz

De uitzonderingen
Natuurlijk zijn er uitzonderingen.
De uitzonderingen zijn: 
1. Staat er voor een Y een medeklinker (b-r-s-n-p)
1. Eindigt het woord op medeklinker + Y --> dan gaat de Y weg en komt er IES achter. 
One hobby --> two hobbies
One story --> three stories

Slide 5 - Diapositive

Wat is het meervoud van baby
A
baby's
B
babys
C
babies
D
babbies

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van toy
A
toys
B
toies
C
toy's
D
toyses

Slide 7 - Quiz

De uitzonderingen
2. Eindigt het woord op -f(e) --> dan gaat de F weg en komt er VES achter het woord. 
one knife - two knives
one wife - three wives
one life - four lives
one calf - ten calves

Slide 8 - Diapositive

Wat is het meervoud van knife
A
Knifes
B
Knive
C
two pairs of knife
D
Knives

Slide 9 - Quiz

De uitzonderingen
3. Eindigt woord op -s, -ss, -sh, -tch, -x --> dan komt er ES achter het woord. 
one bus --> two buses 
one business --> two businesses
one wish --> two wishes
one witch --> two witches
one box --> two boxes 

Slide 10 - Diapositive

Wat is het meervoud van bus?
A
Buses
B
Busses
C
Bus
D
Bussen

Slide 11 - Quiz

Wat is het meervoud van witch
A
wishes
B
witches
C
witchs
D
witch

Slide 12 - Quiz

De laatste uitzonderingen!
4. Als het woord eindigt op een O --> dan komt er ES achter het woord. 

Hero --> Heroes 
Potato --> Potatoes 

Slide 13 - Diapositive

plural: one jacket - two ....

Slide 14 - Question ouverte

plural: one book - two ...

Slide 15 - Question ouverte

Plural: one hobby - two ...

Slide 16 - Question ouverte

Ik kan nu de juiste vorm van meervoud gebruiken.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 17 - Quiz

Reading + speaking
Je gaat nu een tekst lezen over het favoriete dier van iemand. 
Kies 1 kleur tekst uit om te lezen en maak de vragen die daar bij horen. 
Geel - medium 
Pink - difficult 
Red - hard 

Slide 18 - Diapositive

Task B - My favourite animal
My favourite animal is a dog. I love dogs because they are friendly and cute. A dog can be a great friend. Dogs are wonderful pets. When a dog does something bad, it is hard to get angry. My dog has really soft fur and he knows a lot of tricks. 
I like to walk with my dog outside, especially when the sun shines. 

Slide 19 - Diapositive

Schrijf 5 woorden op die je niet begrijpt, zoek de vertaling op en schrijf deze erbij. (Begrijp je alles? Ga dan naar een moeilijkere tekst!!)

Slide 20 - Question ouverte

Why does this person like dogs?
A
Because they are cute
B
Because they are friendly and cute
C
It is easy to get angry
D
It is hard to get angry

Slide 21 - Quiz

What does this person like to do with his/her dog?
A
Get angry
B
Walk outside
C
Do tricks

Slide 22 - Quiz

Your favourite animal
Wat is jouw favoriete dier? 
Maak een filmpje of geluidsopname  met je telefoon waarin je vertelt over je favoriete dier. Je kunt hiervoor de tekst die je net gelezen hebt gebruiken. Je kunt ook kijken naar de stones van theme 4! 
Vertel daarin: 
1. Wat je favoriete dier is 
2. Waarom je dit dier leuk vindt. 
Je filmpje of geluidsopname duurt minimaal 1 minuut! 
Misschien kun je ook je huisdier laten zien in het filmpje? :) 

Je filmpje of geluidsopname lever je in bij ELO-opdrachten in magister! 
(Lesson 4 - Engels filmpje favourite animal) 

Slide 23 - Diapositive

Task C: My favourite animal 
My favourite animal is the lion. It has got a long tail, a big body, four big paws and very large teeth. A lion does not have very big ears. Lions eat other animals, like antelopes or zebras. They are also called the king of the jungle. 
They are very dangerous, you must be careful when you meet a lion. 
I like lions because they are very beautiful and they look magnificent. Because I like lions I am a really big fan of The Lion King, it is my favourite movie. 

Slide 24 - Diapositive

Schrijf 5 woorden op die je niet begrijpt, zoek de vertaling op en schrijf deze erbij. (Begrijp je alles? Ga dan naar een moeilijkere tekst!!)

Slide 25 - Question ouverte

Beschrijf hoe de leeuw eruit ziet, in het Nederlands, volgens de tekst.

Slide 26 - Question ouverte

Welke dieren eten leeuwen?

Slide 27 - Question ouverte

Hoe wordt een leeuw ook wel genoemd?

Slide 28 - Question ouverte

Your favourite animal
What is your favourite animal?
Make a short video or audio recording in which you tell something about your favourite animal. You can use the text you have just read or have a look at the stones of theme 4! 
Talk about: 
1. What your favourite animal is. 
2. Why it is your favourite animal. 
3. Describe what the animal looks like. 

You have to talk for 1 minute! 
Maybe you can show me your pet if you have one? :) 

Je filmpje of geluidsopname lever je in bij ELO-opdrachten in magister!
(Lesson 4 - Engels filmpje favourite animal) 

Slide 29 - Diapositive

Task D: My favourite animal
My favourite bird is the parrot. The parrot is a very beautiful bird. It has got very colourful feathers and sharp claws. 
It is a very lovely looking bird. A parrot is crazy about grains,  seeds, pears, nuts and rice. 
The parrot is a talking bird, it can imitate the human voice. A parrot normally lives in warm countries. Some people keep it in a small cage, which is sad. 

Slide 30 - Diapositive

Schrijf 5 woorden op die je niet begrijpt, zoek de vertaling op en schrijf deze erbij.

Slide 31 - Question ouverte

Make sentences with the words you have just translated.

Slide 32 - Question ouverte

Wat eten papegaaien graag?

Slide 33 - Question ouverte

Wat klopt NIET
A
Papegaaien kunnen de stem van mensen nadoen
B
Papegaaien wonen in warme landen
C
Een papegaai eet graag
D
Veel mensen houden papegaaien in een kooi

Slide 34 - Quiz

Your favourite animal 
What is your favourite animal?
Make a short video or audio recording in which you tell something about your favourite animal. You can use the text you have just read or have a look at the stones of theme 4!
Talk about:
1. What your favourite animal is.
2. Why it is your favourite animal.
3. Describe what the animal looks like.
4. Tell what these animals like to eat. 
You have to talk for 1 minute (or more) 
Maybe you can show me your pet if you have one? :)

Je filmpje of geluidsopname lever je in bij ELO-opdrachten in magister!
(Lesson 4 - Engels filmpje favourite animal) 

Slide 35 - Diapositive

The end 
You have finished all lessons for this week! Good job :) 

Next week you will have to make lessons 5 - 6 - 7. 

Any questions? Ask your teacher during contact hour or send them an email in Magister. 

Slide 36 - Diapositive