H1: Australië

H1 Australie
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1 Australie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij van Australië?

Slide 3 - Carte mentale

Kijk naar 2 filmpjes met algemene informatie over Australië.

Zie jij nu dingen die je nog niet wist?

Slide 4 - Diapositive


schaal
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart 1:200.000 is.
1:200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 2 kilometer 
berekenen schaal
Je meet (in een rechte lijn!) met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. In dit geval: 1:200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 2 kilometer in het echt. 
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 2 km. = 10 kilometer.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Leerdoelen van deze les 
  • Je weet wat een gebied is
  • Je kunt uitleggen waar het bij aardrijkskunde over gaat
  • Je weet wat een kaart is
  • Je weet welke 4 onderdelen nodig zijn om een kaart te kunnen lezen
  • Je kunt met schaal werken

Slide 7 - Diapositive

1.1 Sydney
  • Bij aardrijkskunde gaat het over gebieden op de wereld. 
  • Gebied = stukje van de wereld

  • Bij aardrijkskunde zijn 2 vragen van belang:
- Waar zijn dingen?
- Waarom zijn die dingen daar?

  • Je kunt die vragen beantwoorden door er bijvoorbeeld naartoe te gaan, foto's te bekijken en door een kaart te gebruiken.
  • Kaart = verkleinde tekening van een gebied.
Een gebied is een stukje van de aarde. Op het kaartje zie je een stukje van onze eigen omgeving, Losser en omstreken.
Een kaart is een tekening waar de werkelijkheid in het klein op staat. Je hebt allerlei soorten kaarten: plattegrond, wegenkaart, weerkaart, topografische kaart enzovoort. Een kaart gebruik je om te zien hoe een gebied eruit ziet.

Slide 8 - Diapositive

Wat heb je nodig voor kaartlezen?
1- titel: wat is het onderwerp?
2- noordpijl: waar is het noorden?
3- legenda: uitleg kleuren en symbolen
4- schaal: hoeveel verkleind is het gebied

Slide 9 - Diapositive

Begrippen 
  • Gebied
  • Kaart
  • Kaartlezen
  • Schaal
  • Legenda
  • Noordpijl
  • Titel

Slide 10 - Diapositive

Schaal
Omdat een kaart een gebied kleiner afbeeldt, zijn de afstanden tussen plaatsen ook verkleind. Je gebruikt de schaal van een kaart als je de werkelijke afstand tussen plaatsen wilt weten.

Hoe werkt het?

Slide 11 - Diapositive

3

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

00:38
Op welke twee manieren kun je de schaal weergeven?
A
Met een schaalstok
B
Met de noordpijl
C
Met een legenda
D
Met een verhoudingsgetal

Slide 14 - Quiz

01:26
Hoeveel centimeters zitten er in een meter?
A
10
B
100
C
1000
D
100.000

Slide 15 - Quiz

01:46
Hoeveel plaatsen moet je de komma naar links opschuiven als je van centimeters naar kilometers rekent?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 16 - Quiz

Soms staat er geen noordpijl op de kaart, hoe weet je dan waar het noorden is?

Slide 17 - Question ouverte

Linksonder zie je de schaal van deze kaart. Hoeveel km is 1 cm in werkelijkheid?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is een kaart?
A
Een tekening
B
een gebied
C
verkleinde tekening van een gebied
D
een afbeelding van een land

Slide 19 - Quiz

Een gebied is een stuk van het aardoppervlak.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat laat de schaal van een kaart zien?
A
Hoeveel het gebied is vergroot
B
Hoeveel fruit erin past
C
Hoeveel een gebied is verkleind
D
Wat de legenda betekent

Slide 21 - Quiz

Wat mist in deze kaart?
A
Schaal
B
Noordpijl
C
Titel
D
Legenda

Slide 22 - Quiz

Deze kaart gaat over:
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
A en B zijn allebei goed
D
A en B zijn allebei fout

Slide 23 - Quiz

De verklaring van tekens en kleuren op de kaart. Welk begrip is hier omschreven?
A
kaart
B
Atlas
C
legenda
D
symbolen

Slide 24 - Quiz

Wat mist op deze kaart?
A
Schaal
B
Noordpijl
C
Legenda
D
Titel

Slide 25 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van
1 : 800.000, wat betekent dit?
A
1 cm op de kaart is 8 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is 80 km in werkelijkheid
C
1 cm op de kaart is 800 km in werkelijkheid
D
1 cm op de kaart is 800.000 km in werkelijkheid

Slide 26 - Quiz

Als de schaal op een kaart 1:30.000.000 is, hoeveel kilometer is is cm op de kaart?
A
3 km
B
30 km
C
300 km
D
3000 km

Slide 27 - Quiz

De schaal van een kaart is 1:16.000.000.
Dit betekent:
A
1 cm op de kaart is 16.000km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is 1600 km
C
1 cm op de kaart is 160 km
D
1 cm op de kaart is 16 km in werkelijkheid

Slide 28 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van
1 : 50.000
Dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 29 - Quiz

Afbeelding van de werkelijkheid in het klein
A
kaart
B
legenda
C
schaal
D
schaalstok

Slide 30 - Quiz

Er staat altijd een noordpijl op een kaart.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

De schaal van een kaart is 1: 4.000.000
1 cm is ....km?
A
4
B
400
C
40
D
4000

Slide 32 - Quiz

Liever kijken in plaats van lezen? 
Dan is hier een filmpje met uitleg...

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Tot de volgende keer!

Slide 35 - Diapositive