Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welkom!
Leg klaar:
Je laptop (dicht)
Ruitjesschrift
Etui
Rekenmachine
Slide 2 - Diapositive
1.4+1.5 -> Groeifactor berekenen
1.6 -> Begingetal (oud) berekenen
Slide 3 - Diapositive
Je kan lineaire verbanden herkennen
1.4+1.5 Groeifactor berekenen
y=704⋅2,25t
Slide 4 - Diapositive
Je kan lineaire verbanden herkennen
1.4+1.5 Groeifactor berekenen
groeifactor x oud = nieuw
groeifactor =
nieuw
oud
Slide 5 - Diapositive
Je kan lineaire verbanden herkennen
1.4+1.5 Groeifactor berekenen
groeifactor x oud = nieuw
groeifactor =
nieuw
oud
20002250=1,125
groeifactor=
toename van 12,5%
Slide 6 - Diapositive
Een concertkaartje kost nu €75, dit was eerst €60.
Bereken de groeifactor.
Slide 7 - Question ouverte
In 2025 zijn er 780 fietsen verkocht, in 2024 waren dit er 650
Bereken de groeifactor.
Slide 8 - Question ouverte
Vorig jaar waren er 5000 deelscooters in Rotterdam. Nu zijn dat er nog maar 3000.
Bereken de groeifactor.
Slide 9 - Question ouverte
Je kan lineaire verbanden herkennen
1.4+1.5 Groeifactor berekenen
groeifactor x oud = nieuw
oud=
nieuw
groeifactor
Slide 10 - Diapositive
Je kan lineaire verbanden herkennen
1.4+1.5 Groeifactor berekenen
groeifactor x oud = nieuw
oud=
nieuw
groeifactor
groeifactor= 100-25=75% -> 0,75
oude bedrag = 180 : 0,75 = €240
Slide 11 - Diapositive
Een bioscoopkaartje is met 20% gestegen en kost nu €14. Wat was de oude prijs?
Slide 12 - Question ouverte
Het aantal leerlingen op school is met 5% gestegen naar 420. Hoeveel leerlingen waren er voor deze stijging?
Slide 13 - Question ouverte
Na een reclamecampagne verkoopt een bedrijf 30% meer T-shirts. Er worden nu 1600 per week verkocht.
Hoeveel werd er voor de reclamecampagne verkocht?
Slide 14 - Question ouverte
In 2025 waren er 3 dagen waarop je op natuurijs kon schaatsen, dit is een daling van 80% ten opzichte van vorig jaar. Hoeveel dagen kon je vorig jaar schaatsen?