Oefenen - wat weet je nog?

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Oefenen

In deze LessonUp kan je de theorie van de lesstof doornemen die we tot nu toe behandeld hebben. De vragen gaan over paragraaf 1, 2, 7 en 8 van spelling

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?

1. Aan het begin van de zin
2. Bij namen
3. Bij dagen, seizoenen, maanden en windstreken
4. Bij woorden die van een aardrijkskundige naam zijn afgeleid

Zet in deze zin de leestekens én hoofdletters op de juiste plaats: bas kocht bij intertoys in de hoogstraat het spel azul omdat het in de aanbieding was

Zet in deze zin de leestekens én hoofdletters op de juiste plaats: zit in het oosten van den haag dat leuke griekse winkeltje

Typ de hele zin over met de passende bijvoeglijk naamwoorden: Het (romantisch) schilderij hing in een (hout) lijst met (prachtig) details.

Welk bijvoeglijk naamwoord heeft geen lange vorm?

1. apart
2. nylon
3. slim
4. financieel

Welke persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) is juist geschreven?

1. Ik wordt later piloot
2. Vindt je oom dat ook een leuk idee?
3. Ik schudt dat zo uit m'n mouw
4. Laadt jij de boodschappen uit?

Typ de hele zin over met de pvtt in de juiste tijd:
De roos (bloeien) net zo mooi als vorig jaar.

Welke persoonsvorm verleden tijd (pvvt) is juist geschreven?

1. Ik lande verkeerd bij het springen en nu doet m'n voet pijn
2. De smit smeede een prachtig zwaard voor de koning
3. Mieke berichtte Jonah gisteren dat het feestje niet doorging
4. Wij beweerdden helemaal niet dat je niet kan zingen!

Typ de hele zin over met de pvvt in de juiste tijd:
Charlotte (verwachten) vorig jaar veel leuke cadeautjes met Kerst.