T2 Taaltoets oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Oefenen voor de toets

Spelling hst. 1

De persoonsvorm 

tegenwoordige tijd: denk aan snoepen!

verleden tijd: denk aan 't ex-kofschip

Pvtt
In onze achtertuin (worden) een perenboom gepland.

Pvtt
(worden) jij ook zo moe van dat gezeur?

pvvt
Roy (verbazen) zich over de uitslag van de wedstrijd.

pvvt
De twee enthousiaste leerlingen (praten) gisteren de oren van het hoofd van de docent.

Formuleren hst. 2

samengestelde zinnen maken

Is de volgende zin een samengestelde zin?

Omdat het gezond is, gaat Sjoerd hardlopen.

1. ja
2. nee
3. dat hangt af van de context

Een samengestelde zin heeft...

- twee persoonsvormen

- een voegwoord

Voorbeelden zijn: omdat, want, dus, terwijl, en, nadat

Let op! 

De komma moet op de juiste plek (pauze) geplaatst worden. 

Terwijl je deze zin voorleest, hoor je de pauze.

Maak een samengestelde zin van de volgende zinnen.

(zodat) Jordy traint veel. Hij wordt steeds gespierder.

Spelling hoofdstuk 2

Hoofdletters en leestekens.

Verbeter de volgende zin met hoofdletters en leestekens.

's avonds zei de nederlandse scheidsrechter dat het doelpunt tegen vitesse niet geldig was

Verbeter de volgende zin met hoofdletters en leestekens.

mevrouw de vries schreeuwde hard hoepel nou gauw op

Spelling hoofdstuk 3 

voltooid deelwoord: denk aan 't ex-kofschip!

bijvoeglijk gebruik voltooid deelwoord: gebruik altijd de kortst mogelijke vorm

Naomi heeft lang (twijfelen) over haar profielkeuze.

Na de training heb ik lekker lang (douchen).

Op het internet staat (uitbreiden) informatie over cyberpesten.

Nog wat werkwoorden!

Natasja (bestellen) haar computeronderdelen online.

1. besteld
2. bestelt
3. besteldt

Op de website staan de openingstijden (vermelden).

1. vermeld
2. vermelt
3. vermeldt

E-mails (beantwoorden) ik meestal direct.

1. beantwoord
2. beantwoordt

Welke naam staat op het drumstel van meester Michael?

1. Adams
2. Ludwig
3. Roland
4. Simons

Formuleren hoofdstuk 6

Vaste voorzetsels bij werkwoorden

Noteer het juiste voorzetsel
Je mag gebruik maken ... je rekenmachine tijdens de toets.

Noteer het juiste voorzetsel
Zij gaat helemaal ... ... de muziek. (2x)

Vul het juiste voorzetsel in.
... aanleiding ... uw krantenartikel stuur ik u een brief.

Trappen van vergelijking

Als is even groot als als....

Dan is groter dan dan...

Vul het rijtje aan:
ver, verder, ______

Vul het rijtje aan:
romantisch, romantischer, ______

Vul het rijtje aan:
zuur, _____, zuurst

Hij is veel liever ________.

1. als haar
2. als zij
3. dan haar
4. dan zij

Marie kan niet zo goed liegen ______.

1. als jij
2. als jou
3. dan jij
4. dan jou

Spelling hoofdstuk 5

verkleinwoorden

Geef het verkleinwoord van:
risico

Geef het verkleinwoord van:
bikini

Wat is het verkleinwoord van abc?

1. abc-tje
2. abctje
3. abc'tje
4. abceetje

Spelling hoofdstuk 6

meervoud

Geef het meervoud van
tosti

Geef het meervoud van
patio

Geef het meervoud van
fantasie

Geef het meervoud van
schip

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
(snikken) rende de kleine jongen naar zijn mama.

Hoe denk je dat je de toets gaat maken?

110

Welk onderdeel ga jij nog goed oefenen?

Vragen?