3-10-22 Persoonsvorm (Herh. TV 1.1)

De persoonsvorm
De persoonsvorm vind je door:
De zin in een andere tijd te zetten 

Het werkwoord dat van tijd verandert is de pv.


1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De persoonsvorm
De persoonsvorm vind je door:
De zin in een andere tijd te zetten 

Het werkwoord dat van tijd verandert is de pv.


Slide 1 - Diapositive

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!!!!

Werkwoord?
= een 'doe' woord
rijden, laden, lossen, inhalen

Slide 2 - Diapositive

noem werkwoorden die met jouw werk te maken hebben

Slide 3 - Carte mentale

Hoe zat het ook alweer?
De persoonsvorm vind je door:
De zin in een andere tijd te zetten 

Het werkwoord dat van tijd verandert, is de pv.


Slide 4 - Diapositive

Wij hebben gisteren hardgelopen.
Persoonsvorm?
A
wij
B
Hebben
C
Hebben hardgelopen
D
gisteren

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wij halen morgen een hond uit het asiel.
A
hond
B
morgen
C
wij
D
halen

Slide 6 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.
A
Jacob
B
gamen
C
wil
D
graag

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je de persoonsvorm vinden in een zin?

Slide 9 - Question ouverte

Pas de tijdsproef toe in de volgende zin:
Op vrijdag ga ik altijd naar de bioscoop.

Slide 10 - Question ouverte

Pas de tijdsproef toe in de volgende zin:
De docent zal deze vraag uitleggen.

Slide 11 - Question ouverte