Persoonsvorm

1 / 13
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Dus!
De persoonsvorm vind je door:
De zin vragend te maken 
De zin in een andere tijd te zetten 
meervoud of enkelvoud maken van de zin 

Slide 2 - Diapositive

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!!

Werkwoord?
Lopen, rennen, gaan, huilen, eten, hebben

Slide 3 - Diapositive

noem werkwoorden

Slide 4 - Carte mentale

Wij hebben gisteren hardgelopen.
Persoonsvorm?
A
wij
B
Hebben
C
Hebben hardgelopen
D
gisteren

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wij halen morgen een hond uit het asiel.
A
hond
B
morgen
C
wij
D
halen

Slide 6 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 8 - Quiz

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.
A
Jacob
B
gamen
C
wil
D
graag

Slide 9 - Quiz

Hoe kun je de persoonsvorm vinden in een zin?

Slide 10 - Question ouverte

Pas de tijdsproef toe in de volgende zin:
Op vrijdag ga ik altijd naar de bioscoop.

Slide 11 - Question ouverte

Pas de tijdsproef toe in de volgende zin:
De docent zal deze vraag uitleggen.

Slide 12 - Question ouverte

Áan de slag!
Online paragraaf 2 "Persoonsvorm"
Cursus 5 : Grammatica

Slide 13 - Diapositive