Cursus 7-§5-Spelling-tussenletters in samenstellingen-havo2
Wat gaan we doen vandaag?
timer
10:00
Doel van de les
Ca. vijftien minuten stil lezen
Herhaling vorige les d.m.v. een filmpje
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp
Aan het werk
Telefoon in de kluis! Jas over de stoel, IPad in de tas
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen vandaag?
timer
10:00
Doel van de les
Ca. vijftien minuten stil lezen
Herhaling vorige les d.m.v. een filmpje
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp
Aan het werk
Telefoon in de kluis! Jas over de stoel, IPad in de tas
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je samenstellingen met en zonder tussenletter spelt
Slide 3 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 4 - Lien
Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een samenstelling: tafel + poot = tafelpoot. Soms moet je tussen die twee woorden tussenletters toevoegen: (e)n, e of s.
Zo bepaal je of je een s moet toevoegen
Als je in een samenstelling een s hoort, dan schrijf je die ook:
- onweersbui, moederskindje.
Slide 5 - Diapositive
Soms begint het rechterdeel van de samenstelling met een s-klank. Dan hoor je niet of er een tussen-s moet staan. Vervang dan het rechterdeel door een woord dat niet met een s-klank begint. Schrijf de s alleen als je hem bij de vervanging hoort:
Als het linkerdeel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op en heeft, schrijf je en of n tussen de delen: lampenkap, stoelendans, blindenstok, ziekenhuis.
Schrijf een e in deze gevallen:
Het linkerdeel heeft geen meervoud: gortepap
Slide 7 - Diapositive
Cursus 7-§5-Spelling-tussenletters in samenstellingen-havo2
Het linkerdeel verwijst naar iets waar er maar één van is: zonnescherm, maneschijn.
Het linkerdeel heeft (ook) een meervoud op s: horlogebandje (horloges), groentesoep (groenten/groentes).
Het linkerdeel is geen zelfstandig naamwoord: brekebeen (het linkerdeel verwijst naar een werkwoord), hogeschool, dovenetel (het linkerdeel is een bijvoeglijk naamwoord).
Het linkerdeel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: reuzeleuk.
Kijk bij twijfel in een woordenboek.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 10 - Diapositive
§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten.
Zet het iedere keer zo in je schrift:
cursus C-paragraaf-§---bladzijde-blz.---opdracht-opdr.
Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken.
Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!
Slide 11 - Diapositive
Aan de slag
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
§7 Persoonsvorm-TT
Maken:
Cursus 7
§5 blz. 256 t/m 257
Opdracht 1-2 en 4 in je schrift!
opdr. 3 en 5met potloodin je flexboek
Slide 14 - Diapositive
Cursus 7-§5-Spelling-tussenletters in samenstellingen-havo2