De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van de aarde: kern, mantel, aardkorst.
Ze kunnen de verschillende zones van de aarde beschrijven op basis van samenstelling en viscositeit, en kunnen uitleggen hoe aardbevingsgolven en gesteente informatie geven over de opbouw en ouderdom van de aarde.
Slide 3 - Diapositive
Het lesdoel (2 min)
Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.
Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat de aardebestaat uit lagen.
2. De leerlingen weten viscositeit betekent.
3. De leerlingen weten wat vast, plastisch, vloeibaar betekent.
Slide 4 - Diapositive
Welke voorkennis is nodig voor het doel. Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Opbouw aarde
Laag
Materiaal-type
Viscositeit
Kenmerken
Lithosfeer
Vast
Laag
Bestaande uit de aardkorst en het bovenste deel van de mantel; stijf en breekt gemakkelijk; vormt de aardplaten.
Asthenosfeer
Plastisch
Hoog
Gedeeltelijk gesmolten; stromingen in deze laag drijven de beweging van de tektonische platen.
Ondermantel
Plastisch
Zeer hoog
Hogere druk en temperatuur; convectiestromen mogelijk, maar trager dan in de asthenosfeer.
Buitenkern
Vloeibaar
Relatief laag
Bestaat uit vloeibaar ijzer en nikkel; bewegingen in deze laag genereren het aardmagnetisch veld.
Binnenkern
Vast
Zeer hoog
Bestaat uit een vaste bol van ijzer en nikkel; ondanks de hoge temperatuur, blijft het vast door de enorme druk.
*Hoe hoger de viscositeit, hoe dikker de vloeistof
Slide 5 - Diapositive
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Viscositeit laag?
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
P- en S- Golven
Ontstaan bij o.a. aardbevingen
Primaire golven kunnen door vast en vloeibaar
Secondaire golven kunnen
alleen door vast
Slide 7 - Diapositive
Wind van noorden -> kouder
Warme zeestroom-> warmer
Lithosfeer
Continentale plaat
Oceanische plaat
Graniet
Basalt
Lagere dichtheid
Hogere dichtheid
Ouder
Jonger
Slide 8 - Diapositive
Instructie (10 min)
Docent legt de nieuwe stof uit aan de hand van de lesdoel. Ondersteunt bij het maken van aantekeningen en het stellen van vragen. Gebruikt voorbeelden en bouwt de nieuwe stof op in kleine stukken.
Leerlingen luisteren naar de docent, maken aantekeningen en beantwoorden klassikale vragen van de docent.
Klassikale uitleg, aantekeningen maken, visueel en woordelijk, vragen stellen (onderwijsleergesprek), uitgewerkt voorbeeld laten zien.
Welke termen missen?
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Ouderdom aarde
Geschatte leeftijd: 4,54 miljard jaar
Dateringsmethode
Radiometrisch
Afbraak radioactieve isotopen (Uranium-lood)
Stratigrafie
Fossielen in gesteentelagen
Slide 10 - Diapositive
Instructie (10 min)
Docent legt de nieuwe stof uit aan de hand van de lesdoel. Ondersteunt bij het maken van aantekeningen en het stellen van vragen. Gebruikt voorbeelden en bouwt de nieuwe stof op in kleine stukken.
Leerlingen luisteren naar de docent, maken aantekeningen en beantwoorden klassikale vragen van de docent.
Klassikale uitleg, aantekeningen maken, visueel en woordelijk, vragen stellen (onderwijsleergesprek), uitgewerkt voorbeeld laten zien.
Controle van begrip: Wat zijn de drie hoofdlagen van de aarde?
Slide 11 - Question ouverte
De drie hoofdlagen van de aarde zijn de kern, de mantel, en de aardkorst.
Seismische golven, zoals P-golven en S-golven, bewegen door de aarde en veranderen van snelheid en richting afhankelijk van de materialen waar ze doorheen gaan. Dit helpt wetenschappers te bepalen waar verschillende lagen beginnen en eindigen en geeft inzicht in de samenstelling van die lagen.
De mantel heeft een hogere viscositeit dan de aardkorst, wat betekent dat het materiaal in de mantel trager stroomt. De aardkorst is stijf en breekt gemakkelijk, terwijl de mantel deels vloeibaar is en langzame bewegingen mogelijk maakt.
Wetenschappers gebruiken stratigrafie om de volgorde van gesteentelagen te bestuderen en radiometrische datering om de ouderdom van gesteente te bepalen. Fossielen in de gesteentelagen helpen ook bij het dateren en geven inzicht in de geologische tijdschaal.
Controle van begrip: Leg uit hoe seismische golven informatie kunnen geven over de structuur van de aarde.
Slide 12 - Question ouverte
De drie hoofdlagen van de aarde zijn de kern, de mantel, en de aardkorst.
Seismische golven, zoals P-golven en S-golven, bewegen door de aarde en veranderen van snelheid en richting afhankelijk van de materialen waar ze doorheen gaan. Dit helpt wetenschappers te bepalen waar verschillende lagen beginnen en eindigen en geeft inzicht in de samenstelling van die lagen.
De mantel heeft een hogere viscositeit dan de aardkorst, wat betekent dat het materiaal in de mantel trager stroomt. De aardkorst is stijf en breekt gemakkelijk, terwijl de mantel deels vloeibaar is en langzame bewegingen mogelijk maakt.
Wetenschappers gebruiken stratigrafie om de volgorde van gesteentelagen te bestuderen en radiometrische datering om de ouderdom van gesteente te bepalen. Fossielen in de gesteentelagen helpen ook bij het dateren en geven inzicht in de geologische tijdschaal.
Controle van begrip: Beschrijf de verschillen in viscositeit tussen de mantel en de aardkorst.
Slide 13 - Question ouverte
De drie hoofdlagen van de aarde zijn de kern, de mantel, en de aardkorst.
Seismische golven, zoals P-golven en S-golven, bewegen door de aarde en veranderen van snelheid en richting afhankelijk van de materialen waar ze doorheen gaan. Dit helpt wetenschappers te bepalen waar verschillende lagen beginnen en eindigen en geeft inzicht in de samenstelling van die lagen.
De mantel heeft een hogere viscositeit dan de aardkorst, wat betekent dat het materiaal in de mantel trager stroomt. De aardkorst is stijf en breekt gemakkelijk, terwijl de mantel deels vloeibaar is en langzame bewegingen mogelijk maakt.
Wetenschappers gebruiken stratigrafie om de volgorde van gesteentelagen te bestuderen en radiometrische datering om de ouderdom van gesteente te bepalen. Fossielen in de gesteentelagen helpen ook bij het dateren en geven inzicht in de geologische tijdschaal.
Controle van begrip: Hoe gebruiken wetenschappers gesteentelagen om de ouderdom van de aarde te bepalen?
Slide 14 - Question ouverte
De drie hoofdlagen van de aarde zijn de kern, de mantel, en de aardkorst.
Seismische golven, zoals P-golven en S-golven, bewegen door de aarde en veranderen van snelheid en richting afhankelijk van de materialen waar ze doorheen gaan. Dit helpt wetenschappers te bepalen waar verschillende lagen beginnen en eindigen en geeft inzicht in de samenstelling van die lagen.
De mantel heeft een hogere viscositeit dan de aardkorst, wat betekent dat het materiaal in de mantel trager stroomt. De aardkorst is stijf en breekt gemakkelijk, terwijl de mantel deels vloeibaar is en langzame bewegingen mogelijk maakt.
Wetenschappers gebruiken stratigrafie om de volgorde van gesteentelagen te bestuderen en radiometrische datering om de ouderdom van gesteente te bepalen. Fossielen in de gesteentelagen helpen ook bij het dateren en geven inzicht in de geologische tijdschaal.
Zelf aan de slag
De aarde bestaat uit drie hoofdlagen: de __________, de __________, en de __________.
Seismische golven veranderen van __________ en __________ afhankelijk van de materialen waar ze doorheen gaan.
De viscositeit van de mantel is __________ dan die van de aardkorst.
Slide 15 - Diapositive
kern, mantel, aardkorst
snelheid, richting
hoger
Zelf aan de slag
De __________ mantel bevindt zich direct onder de aardkorst.
De buitenkern van de aarde is __________, terwijl de binnenkern __________ is.
Stratigrafie bestudeert de volgorde van __________.
Slide 16 - Diapositive
bovenste
vloeibaar, vast
gesteentelagen
Zelf aan de slag
Radiometrische datering wordt gebruikt om de __________ van gesteente te bepalen.
Fossielen in gesteentelagen helpen wetenschappers de __________ van de aarde te begrijpen.
P-golven kunnen door zowel __________ als __________ materialen bewegen, terwijl S-golven alleen door __________ materialen bewegen.
Slide 17 - Diapositive
ouderdom
geologische geschiedenis
vaste, vloeibare, vaste
Kleine afsluiting
Kern
Mantel
Aardkorst
Seismische golven
Viscositeit
Stratigrafie
Radiometrische datering
Fossielen
Geologische geschiedenis
P-golven
S-golven
Slide 18 - Diapositive
Kleine lesafsluiting (5 min)
Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.
Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.
Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1. Opbouw van de aarde
Tekening 2. Mid-oceanische rug
Tekening 3. Subductiezone
Slide 19 - Diapositive
Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.
Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen
Slide 20 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Oud examenvraag
Over dit onderwerp zijn geen specifieke examenvragen. Verondersteld wordt dat iedereen die examen doet, weet hoe de aarde is opgebouwd.
Slide 21 - Diapositive
Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.
Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen
Grote afsluiting
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van de aarde: kern, mantel, aardkorst.
Ze kunnen de verschillende zones van de aarde beschrijven op basis van samenstelling en viscositeit, en kunnen uitleggen hoe aardbevingsgolven en gesteente informatie geven over de opbouw en ouderdom van de aarde.
Slide 22 - Diapositive
Het lesdoel (2 min)
Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.
Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.
Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.
De aarde is opgebouwd uit verschillende lagen. Het is belangrijk om te weten welke lagen dit zijn en wat hun eigenschappen zijn.
Geef de drie hoofdlagen van de aarde en beschrijf kort hun samenstelling.
Slide 25 - Diapositive
De drie hoofdlagen van de aarde zijn: de kern (binnenkern: vast, voornamelijk ijzer en nikkel; buitenkern: vloeibaar, voornamelijk ijzer en nikkel), de mantel (halfvloeibaar, voornamelijk silicaatgesteenten), en de aardkorst (vast, dun, verdeeld in continentale en oceanische korst).
Vraag 2
(T1) 2 punten
Seismische golven bewegen door de aarde en veranderen van snelheid en richting afhankelijk van de lagen waar ze doorheen gaan. Dit geeft ons informatie over de interne structuur van de aarde.
Leg uit hoe seismische golven informatie geven over de opbouw van de aarde.
Slide 26 - Diapositive
Seismische golven, zoals P-golven (primair) en S-golven (secundair), veranderen van snelheid en richting wanneer ze door verschillende materialen en dichtheden in de aarde bewegen. Door de manier waarop deze golven zich verspreiden en veranderen, kunnen wetenschappers bepalen waar de verschillende lagen beginnen en eindigen en inzicht krijgen in de samenstelling van die lagen.
Vraag 3
(T2) 2 punten
De mantel en de aardkorst hebben verschillende eigenschappen die belangrijk zijn voor de dynamiek binnen de aarde, zoals hun viscositeit.
Beschrijf de viscositeit van de mantel en leg uit hoe deze verschilt van de aardkorst.
Slide 27 - Diapositive
De mantel heeft een hogere viscositeit dan de aardkorst, wat betekent dat het materiaal in de mantel trager stroomt. De aardkorst is stijf en breekt gemakkelijk, terwijl de mantel deels vloeibaar is en langzame bewegingen mogelijk maakt.
Vraag 4
(T1) 3 punten
De aarde bestaat uit verschillende lagen. De buitenste laag van de aarde noemen we de __________, de middelste laag is de __________, en de binnenste laag is de __________. De kern is verder onderverdeeld in de __________ kern en de __________ kern. De mantel bestaat uit de __________ en de __________ mantel.
Slide 28 - Diapositive
De aarde bestaat uit verschillende lagen. De buitenste laag van de aarde noemen we de aardkorst, de middelste laag is de mantel, en de binnenste laag is de kern. De kern is verder onderverdeeld in de buitenkern en de binnenkern. De mantel bestaat uit de bovenste en de onderste mantel.