Republiek van Weimar + opkomst nationaalsocialisme

Republiek van Weimar + opkomst nationaalsocialisme
2.3
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Republiek van Weimar + opkomst nationaalsocialisme
2.3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welk jaartal komt deze bron?
A
Net na 1919
B
Net na 1929
C
Net na 1939
D
Net na 1945

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past niet bij het Stalinisme?
A
schijnprocessen
B
totalitaire staat
C
vijjarenplannen
D
vrije markteconomie

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het communisme in de Sovjet-Unie had gevolgen voor de arbeiders.
Welk gevolg voor de arbeiders is juist?
A
De arbeiders merkten niet veel van het communisme, omdat het communisme zich vooral bezighield met politiek.
B
De arbeiders moesten door middel van communistische vijfjarenplannen eigen bedrijven beginnen.
C
De arbeiders moesten werken aan de door de communistische partij opgelegde productieplannen.
D
De arbeiders werden massaal van de stad naar het platteland gestuurd om daar verplicht samen te werken in de landbouw.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent persoonsverheerlijking bij fascisme?
A
Er mag niks negatiefs over de leider van een fascistische staat worden gezegd.
B
De ideeën van de leider worden systematisch opgedrongen via de media en massabijeenkomsten.
C
De leider van de Staat wordt verheerlijkt en afgebeeld als een God die boven alle mensen staat.
D
De media wordt bestuurd door de grote leider van de fascistische Staat.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
- Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom Duitsland de Republiek van Weimar ging heten

- Aan het eind van deze les kun je uitleggen met welke politieke en economische problemen de Republiek van Weimar kampte.

- Je kent het verschil tussen Nationaalsocialisme en het fascisme

- Je kent de kenmerken van een totalitaire staat

- Je kunt verklaren hoe Hitler van Duitsland een totalitaire staat heeft gemaakt 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (2)

  • Het vertrouwen in de republiek (democratie) is laag.

  • Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts proberen de macht te grijpen (staatsgreep) en er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chaos
  • Wapenstilstand WO1--> chaos in Duitsland
  • - Spartacus Opstand: communistische revolutie
  • Gevolg: regering vlucht naar Weimar waar het nieuwe grondwet aanneemt
  • Verdrag van Versailles: Duitsland heeft oorlogsschuld
  • 1922: kan niet meer aan betalingen voldoen
  • 1923: Frankrijk bezet industriële Ruhrgebied als compensatie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dolkstootlegende
Waarom is het vertrouwen zo laag?

Dit komt door een complottheorie die vooral onder Duitse nationalisten en conservatieven leefde, die inhield dat de Eerste Wereldoorlog niet op het slagveld was verloren maar door linkse opstanden, stakingen, joden en de nieuwe democratische regering.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924



  • Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
  • De Duitse regering riep een staking uit en betaalde de stakers met geld dat nieuw werd bijgedrukt. Dit maakte van inflatie, hyperinflatie.


Franse troepen bezetten Essen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
De waarde van geld daalt
B
De waarde van geld stijgt

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was een oorzaak van de ontwikkeling die te zien is in de bron?
A
de afschaffing van de parlementaire democratie in Duitsland
B
de bepalingen van het Verdrag van Versailles
C
de beurskrach op Wallstreet in de Verenigde Staten
D
de oprichting van de Republiek van Weimar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adolf Hitler

  • Adolf Hitler (1889-1945) 
  • geboren en opgegroeid in Oostenrijk (Braunau am Inn). 
  • In 1913 vertrok hij naar München.
  • Eerste Wereldoorlog vocht hij mee in het Duitse leger.

Slide 15 - Diapositive

Twee keer raakte hij gewond. In oktober 1916 werd hij aan zijn linkerdij geraakt door een granaatscherf en op 14 oktober 1918 werd Hitler bij Wervik slachtoffer van een gasaanval. Drie maanden lang was Hitler hierdoor blind.
Jeugd
  • Geboren op 20-04-1889 in Oostenrijk-Hongarije
  • Koestert grote dromen om kunstenaar te worden
  • Na overlijden vader vertrek naar Wenen om te studeren aan de kunstuniversiteit
    --> afwijzing
  • Gevolg: frustratie en gevoel niet begrepen te worden
  • Opvallend: veel joodse "vrienden"

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fascisme en nationaal-socialisme
De ideeën van Hitler zijn gebaseerd op het Italiaanse fascisme.
Hij wilde één leider, één partij net zoals in Italië (nationalisme).
Maar hij was ook racistisch en gaf joden de schuld (antisemitisme).

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WO I

  • 1914: oorlog biedt Adolf kans iets van zijn leven te maken
  • Neemt dienst in Duits leger
  • Wapenstilstand komt als enorme verrassing: geloof in Dolkstootlegende
  • Gevolg: afkeer van Verdrag van Versailles
  • In deze na-oorlogse jaren groeit bij hem het antisemitisme

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NSDAP
  • Mussolini is grote voorbeeld van Hitler: DAP wordt fascistische NSDAP
  • In chaos van economische crisis (1923) probeert hij een staatsgreep te plegen
  • Gevangenschap gebruikt hij om boek te schrijven: Mein Kampf
  • Kern: 
  • 1. Afschaffen democratie
  • 2. Joden zijn overal schuldig aan
  • 3. Lebensraum voor Duits volk
  • Tot 1929 echter onbelangrijke partij...

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nationaalsocialisme
  1. Nationalisme
  2. één leider
  3. militarisme
  4. anticommunisme
  5. racisme + antisemitisme 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fascisme:
  • Dictator
  • Antidemocratisch 
  • Geweld
  • Totalitaire staat
  • Eenpartijstaat
  • Indoctrinatie
  • Propaganda
  • Leiderbeginsel


Nationaalsocialisme:
  • Dictator
  • Antidemocratisch
  • Geweld
  • Totalitaire staat
  • Eenpartijstaat
  • Indoctrinatie
  • Propaganda
  • Leiderbeginsel
  • Rassenleer
  • Antisemitisme


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een belangrijk verschil tussen het fascisme en het nationaalsocialisme, is dat het nationaalsocialisme...
A
dat nationaalsocialisme totalitair is
B
dat nationaalsocialisme racistisch is
C
dat nationaalsocialisme nationalistisch is
D
dat nationaalsocialisme gewelddadig is

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk kenmerk van Nationaalsocialisme past deze bron?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van deze vier uitspraken past bij de NSDAP van Hitler?
A
"Duitsland moet zo snel mogelijk de schade uit de Eerste Wereldoorlog vergoeden."
B
"Duitsland moet zorgen voor goede contacten met Frankrijk en Groot-Brittannië."
C
"In Duitsland is iedereen - katholiek of protestant, jood of christen - gelijk."
D
"In Duitsland zijn, dankzij ons, over een paar jaar geen werklozen meer te vinden."

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Antisemitisme
  • In centraal Europa is antisemitisme relatief "normaal"
  • Oorzaken:
  • 1. Kruisdood van Jezus
  • 2. Rijkdom 
  • Schuld van Verdrag van Versailles ligt automatisch bij de joden
  • Belangrijkste verschil tussen Italiaans fascisme en nazisme: antisemitisme
  • Na WO 1 sluit Hitler zich aan bij de Duitse Arbeiders Partij en neemt leiding over

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • De politieke elite dacht dat Hitler zich (met 3 NSDAP-ministers) wel rustig zou houden. Maar dat was een verkeerde inschatting.
  •  Hitler haalt Hindenburg (president) over om nieuwe verkiezingen uit te schrijven.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Reichstagsbrand
27 februari 1933

  • De Nederlandse communist Marinus van der Lubbe steekt de Rijksdaggebouw in de brand als protest tegen het nationaalsocialisme.
  • Hitler en de NSDAP gebruiken dit als propaganda: 'Een communistisch complot tegen de Weimarrepubliek.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Machtingswet
24 maart 1933



  • ...de brand komt Hitler namelijk wel érg goed uit: hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen.
  • Het Duitse parlement neemt een noodwet aan, de Machtigingswet,
  • Die geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat waren de drie juiste gevolgen van het aannemen van de machtigingswet?
A
1.Duitlsand werd dictatuur 2.Censuur werd opgeheven 3.Politieke tegenstanders gevangen gezet.
B
1.Duitsland word weer een keizerrijk. 2. De Duitse economie stortte in elkaar. 3. Duitsland werd in tweeën gesplitst.
C
1.Duitse economie stijgt weer. 2. Politieke gevangenen worden vrij gelaten. 3. Burgerrechten worden weer in acht genomen.
D
1. Duitsland wordt dictatuur. 2. Censuur op media wordt ingevoerd. 3. Burgerrechten worden afgeschaft.

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor kon Hitler de machtigingswet doorvoeren?
A
Door het Verdrag van Versailles
B
Door de staatsgreep die hij gepleegd had
C
Doordat hij gekozen werd tot kanselier
D
Door de Rijksdagbrand

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op weg naar een totalitaire staat 

  • Het leger van Duitsland werd weer opgebouwd.
  • Er was geen vrije pers meer.
  • Radio en film werd ingezet als massacommunicatiemiddelen voor propaganda.
  • Intimidatie tegenstanders door S.A.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Totalitair
  • Langzaam verandert Duitsland in een totalitaire dictatuur:
  • 1. Propaganda en censuur (door Joseph Goebbels)
  • 2. Oprichting jeugdbewegingen (Hitler Jugend & Bund Deutscher Mädel)
  • 3. Geheime politie (Gestapo) zaait terreur
  • 4. Géén onafhankelijke rechtspraak
  • 5. Opening concentratiekamp Dachau (1933) voor politieke tegenstanders, S.S. als kampbewaarders 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Kristallnacht
9 november 1938




  • In Parijs vermoordt een jonge Jood, Herschel Grynszpan, een Nazi. 
  • Na een vlammende radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
  • De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Klik om in te zoomen
Over de afbeelding: Een vrouw laat haar fornuis branden op papiergeld.
 

Vraag: Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
In de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929.
B
In Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was.
C
In Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
In de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik de bron.

In welk jaar is deze foto gemaakt?

A
1930
B
1933
C
1936
D
1939

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions