Geschiedenis herhaling ridders

Ridders
paragraaf 1 tot 3
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Ridders
paragraaf 1 tot 3

Slide 1 - Diapositive

Wat weten jullie al van ridders en kastelen?

Slide 2 - Carte mentale

 werken voor een landheer
de middeleeuwen begonnen zo'n 1500 jaar geleden, 
weet iemand waarom begon dit? 
Je had arme en rijke boeren een rijke boer werd een LANDHEER genoemd. Mensen die voor de landheer werkte waren horigen dit waren kleine arme boeren. Die mensen deden klusjes zoals houthakken of op jacht gaan. Boeren in die tijd hadden geen grote machines zoals nu alles ging toen met de hand. 

Slide 3 - Diapositive

Wat was een landheer?
A
Een rijke boer
B
Een vrouw van een ridder
C
Een koning van het land
D
Een Romein

Slide 4 - Quiz

Wat deden horigen?
A
Taart bakken
B
Jagen
C
Hout verzamelen
D
Het kasteel schoon maken

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Ridders en Kastelen
  • het kasteel is ontstaan door het steeds groter worden van een Landheer.
  • een sterke boer werd vaak opgeroepen als er rovers kwamen, die moesten dan meevechten. De landheer zorgde voor een zwaard een helm en paarden zo werden de sterke boeren echte ridders.
  • het leger omsingelde soms het kasteel dit noemen we het BELEG. hierdoor kon er niemand meer in of uit.

Slide 7 - Diapositive

hoe zag het kasteel eruit?
Er waren kleine ramen, licht kwam van de kaarsen en van de open haard. Bij slecht weer gingen de luiken dicht en dan kon het erg koud en donker zijn. Buiten de poort wachten de horigen die kregen het eten wat over was, ze woonden in kleine huisjes om het kasteel. Het huisje had maar 1 kamer waar je moest slapen en koken. Ook liepen er vaak dieren in die kamer waardoor het erg stonk. 

Slide 8 - Diapositive

Waar woonden horigen?
A
In het kasteel
B
In een huis ver van het kasteel
C
In een huisje om het kasteel heen
D
Ze woonden op geen plek en trokken van plek tot plek

Slide 9 - Quiz

Schildknaap
Een schildknaap hielp de ridder bij het aantrekken van zijn harnas.
Hij zorgde voor het paard.
En als hij dat allemaal goed kon, werd hij later misschien zelf ook ridder.

Slide 10 - Diapositive

Wat deed de schildknaap niet?
A
zorgen voor het paard
B
helpen bij het aantrekken van het harnas
C
het eten klaar maken
D
bed opmaken

Slide 11 - Quiz

Hiernaast zie je het wapenschild van een ridder. Op een wapenschild stonden alleen plaatjes en kleuren
Teken je eigen wapenschild. Het schild moet goed bij jou of jouw naam passen 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive