Word Order

Word order
Grammar
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Word order
Grammar

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Ik kan de basiswoordvolgorde van een Engelse zin toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
letters
she
writes
often

Slide 3 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
music
Marlen
listening
now
to
is

Slide 4 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
play
they
handball
always
evening
in the

Slide 5 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
did
I
my homework
in my room
do
not

Slide 6 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
in
can
he
his uncle
Berlin
visit

Slide 7 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
lunch
we
at
school
have
had

Slide 8 - Question de remorquage

Snap je dit onderdeel?
Ga verder met je weektaak (zie de werkwijzer op It's Learning)

Slide 9 - Diapositive

Basisregel 1
In de bevestigende en ontkennende zin is de volgorde:
onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp
  • He                    talked              to me.
  • She                  loves                ice cream.
  • We                   don't know    him
  • She                 hasn't been   to school lately.

Slide 10 - Diapositive

Basisregel 2
Werkwoorden zetten we bij elkaar, ook de 'informatie'.
In het Nederlands doen we dat niet altijd.
Engels
She has worked as a teacher.
He walked home alone.
I watched TV all night.
Nederlands
Zij heeft als een leraar gewerkt.
Hij liep alleen naar huis.
Ik heb de hele nacht TV gekeken.

Slide 11 - Diapositive

Basisregel 3
Bepalingen van tijd zetten we meestal aan het einde van de zin, maar mogen (soms) ook vooraan.
Engels
He talked to me yesterday.
We will go to the cinema tomorrow.
He will run for president next year.
Nederlands
Yesterday he talked to me.
Tomorrow we will go to the cinema.
Next year he will run for president.

Slide 12 - Diapositive

Basisregel 4
Bepalingen van plaats komen voor bepalingen van tijd als ze naast elkaar staan.
Plaats voor tijd
We can eat something at the station at 6 o'clock.
We were told to hand in our homework online before tomorrow.
James goes to London each year.

Slide 13 - Diapositive

Basisregel 5
Bijwoorden van onbepaalde tijd (zoals always, never, sometimes) hebben vaak een vaste plek binnen de zin
Vóór het hoofdwerkwoord
bij 1 werkwoord
He never goes home early.
They always talk about food.
She sometimes sleeps alone.
Na het eerste hulpwerkwoord bij meer werkwoorden
Ná het werkwoord to be bij 1 werkwoord
Mike is never late.
She was always home alone.
They are often happy.

She has never been to Egypt.
It will never be done in time in this pace.

Slide 14 - Diapositive

Ik begrijp de basisvolgorde van de Engelse zin.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.

Slide 15 - Sondage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
often
it
rains
in
Scotland

Slide 16 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
like
not
Angela
does
bread
for breakfast

Slide 17 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
Victoria
station
leaves
the bus
7 o'clock
at

Slide 18 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
he
speak
very
can
French
well

Slide 19 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
Alex
the song
loudly
sang
the shower
under

Slide 20 - Question de remorquage

Maak bevestigende of ontkennende zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten.
like
they
do
not
really
cola

Slide 21 - Question de remorquage

Ik kan de basisvolgorde van de Engelse zin toepassen.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.

Slide 22 - Sondage