Grammatik Kapitel 2 üben

A: dagen van de week en dagdelen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

A: dagen van de week en dagdelen

Slide 1 - Diapositive

Hoe goed ken jij alle dagen al?
Welk woordje komt voor 'op'?
Kun je de dagdelen aan de juiste tijd koppelen?

Slide 2 - Diapositive

Ik ken Grammatik A
0100

Slide 3 - Sondage

(Op maandag) habe ich einen Test.

Slide 4 - Question ouverte

(op donderdag) spielt er oft Hockey.

Slide 5 - Question ouverte

(op zaterdag) kaufen wir Kuchen.

Slide 6 - Question ouverte

(op zaterdag) kaufen wir Kuchen.

Slide 7 - Question ouverte

Dagindeling
morgens
van 6 tot 9 's ochtends
vormittags
van 9 tot 12 's ochtends
mittags
van 12-13 's middags
nachmittags
van 13-18 's middags
abends
van 18-24 's avonds
nachts
van 0-6 's nachts

Slide 8 - Diapositive

Zojuist heb je de dagindeling bekeken. Snap je dat?
A
Ja
B
Nee
C
een beetje

Slide 9 - Quiz

Grammatik B: kloktijden (+um)
Welke vier woorden zijn erg belangrijk? (denk aan een klok)

Hoe kunnen we de tijd zeggen? (2 manieren)

Slide 10 - Diapositive

Ik ken Grammatik B
0100

Slide 11 - Sondage

23.30
Ich gehe ............ weg

Slide 12 - Question ouverte

6.40
........ gehe ich weg.

Slide 13 - Question ouverte

10.15
........ rufe ich an.

Slide 14 - Question ouverte

Grammatik C: zwakke ww met stam op -t of -d

Wat weet je er nog van?

Wat is de basisregel? Wat doen we nu met esttenten?
Op welke plekken gebeurde iets? 

Slide 15 - Diapositive

Ich verstehe Grammatik C
0100

Slide 16 - Sondage

brauchen
Die Touristen ............. einen Reiseführer

Slide 17 - Question ouverte

chatten
Mein Bruder .......... mit mir.

Slide 18 - Question ouverte

mischen
Du ............. alles durcheinander.

Slide 19 - Question ouverte

Grammatik D: bepaald en onbepaald lidwoord
Wat zijn de lidwoorden ook alweer?
Wat is bepaald en wat is onbepaald?

Hoe kunnen we ze onthouden?

Slide 20 - Diapositive

....... Haus

Slide 21 - Question ouverte

..... Freundin

Slide 22 - Question ouverte

.... Zeitung

Slide 23 - Question ouverte

Hoe goed ken jij alle grammatica na het oefenen?
0100

Slide 24 - Sondage

Welche Fragen hast du noch?

Slide 25 - Question ouverte