2BB2

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

Slide 1 - Diapositive

Let op je plek in de klas

Slide 2 - Diapositive

Afspraken
  • Vaste plek volgens plattegrond.
  • Mobiel in de bak.
  • Werkboek en pen mee.
  • Niet eten of drinken in de klas.
  • Niet gooien met dingen.
  • We maken geen dingen kapot.
  • Laptop kan in de tas.

Slide 3 - Diapositive

Afspraken

  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 4 - Diapositive

Programma van de les 1 juni

Programma:
  • Aanwezigheid
  • Huiswerk
  • Datum toetsen
  • Aan de slag met woordbetekenissen
  • Afsluiting

Lesdoel:

Ik kan woordbetekenissen in een tekst vinden



Slide 5 - Diapositive


Huiswerk




H6: 
Maak opdracht 3, 4
bladzijde 211 en 212
H6 Schrijven





Slide 6 - Diapositive

Datum toetsen
Donderdag 9 juni
Leesvaardigheid en Woordenschat Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6

Donderdag 23 juni
Schrijfvaardigheid Taalverzorging Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6

Slide 7 - Diapositive

Woordenschat H6 Bladzijde 218

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen
- Je leert de betekenissen van woorden  in de tekst te vinden 

Slide 9 - Diapositive

DOEL
MANIEREN OM DE BETEKENIS VAN EEN ONBEKEND WOORD TE VINDEN:
  1. - synoniemen
  2. - omschrijving
  3. - voorbeeld
  4. - tegenstelling
  5. - bekend woorddeel

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is een synoniem?

Slide 13 - Diapositive

Mijn kleine zusje heeft een puinhoop gemaakt van mijn kamer.

synoniem voor puinhoop:
A
netjes
B
chaos
C
absoluut
D
vergroten

Slide 14 - Quiz

Wat is een omschrijving?

Slide 15 - Diapositive

Omschrijving 
Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.
Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.

voorbeeld: actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld
Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.

Door een voorbeeld in een tekst weet je meteen wat de schrijver bedoeld.



Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld 
Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:
bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.

voorbeeld:
Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.


Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld
Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan
een dubbele punt (:)

Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.

Slide 19 - Diapositive

Wat is een tegenstelling?

Slide 20 - Diapositive

Tegenstelling
Tegenstelling zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.

Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd

Slide 21 - Diapositive

In de winter is het altijd koud.

Tegenovergestelde van koud:
A
warm
B
donker
C
chaotisch
D
mooi

Slide 22 - Quiz

Hoe kan je een bekend woorddeel gebruiken om de betekenis van een woord te begrijpen?

Slide 23 - Diapositive

Bekend woorddeel
Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.

- samenstellingen
- woorden met voorvoegsel
- woorden met achtervoegsel

Slide 24 - Diapositive

Bekend woorddeel
- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.

Slide 25 - Diapositive

onnodig

Wat is de betekenis?
A
wel nodig
B
niet nodig
C
belangrijk
D
mogelijk

Slide 26 - Quiz

laptoptas

Wat is de betekenis?

Slide 27 - Question ouverte

Wekelijks

Wat is de betekenis?

Slide 28 - Question ouverte

1.  Wat is de tegenstelling van sensationeel?

Slide 29 - Diapositive

1.  Wat is het synoniem van sensationeel?

Slide 30 - Diapositive

1.  Geef twee voorbeelden van sensationele attracties?

Slide 31 - Diapositive

1.  Welk woord lijkt op het woord sensationeel?

Slide 32 - Diapositive


Aan de slag!




H6: lezen
Maak opdracht 2
bladzijde 219 en 220
H6 Woordenschat

We werken de eerste 10 minuten in stilte.

Klaar? Verder met opdracht 3 en 4: bladzijde 221





timer
10:00

Slide 33 - Diapositive

Tot de volgende les!

Slide 34 - Diapositive