Present Simple and present continuous

Present Simple
Tegenwoordige tijd
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Present Simple
Tegenwoordige tijd

Slide 1 - Diapositive

Wanneer?
Als iets altijd, vaak of regelmatig gebeurt.
Als iets een gewoonte is.
Als iets een feit is.
Als een situatie blijvend is.

Signaalwoorden:
always, every week, often, never

Slide 2 - Diapositive

Hoe?
SHIT-rule  
- she/he/it = (e)s

De rest (I/you/we/they) hele werkwoord

vragen do/does + ww 
ontkenningen don't / doesn't  + ww

Slide 3 - Diapositive

Voorbeelden
I often walk to school.

She always goes for a run on Tuesday.

George doesn't like pizza.

Do the boys talk a lot? 

Slide 4 - Diapositive

present continuous 
onvoltooid tegenwoordige tijd 

Slide 5 - Diapositive

Wanneer 
Het is nu gaande 
je ziet/hoort het gebeuren 
ergernissen 
vaststaande toekomst plannen 


signaalwoorden: (right ) now, at the moment tonight, next week (.....)  

Slide 6 - Diapositive

Hoe
To be  + ww + ing 
I = am
he/she/it = is 
you we they =are

Slide 7 - Diapositive


Welke zin staat in de present simple
A
He travels to work four times a week.
B
He travelled to work four times a week.
C
He is travelling to work.
D
He has travelled to work.

Slide 8 - Quiz


Wat is de regel van de present simple?
A
ww + -ed
B
stam (bij I, you, we, they) stam + s (bij he, she, it)
C
vorm van to be + ww + -ing

Slide 9 - Quiz


I _______ in London.
A
live
B
am living

Slide 10 - Quiz


I ________ currently
A
am dancing
B
dance

Slide 11 - Quiz


Welk signaalwoord hoort bij de present continuous?
A
Now
B
In 1977
C
Tomorrow
D
Last year

Slide 12 - Quiz

Present continuous of Present simple?

Is Julia laughing at the moment?
A
Present continuous
B
Present simple

Slide 13 - Quiz

Present continuous or present simple?
We are doing a LessonUp exercise.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 14 - Quiz



Look! My baby sister ____________ on her own. (walk)

A
walks
B
walk
C
is walking
D
are walking

Slide 15 - Quiz

Present continuous of Present simple?

She always laughs at my jokes.
A
Present continuous
B
Present simple

Slide 16 - Quiz

Present Continuous:

Wat geef je nog meer aan met de present continuous?
A
dat je iets belooft
B
dat iets pas is gebeurd
C
dat je iets irriteert
D
dat iets een feit is

Slide 17 - Quiz

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing

Slide 18 - Quiz

Present continuous of Present simple?

Yes, she laughs at the comedian's jokes
A
Present continuous
B
Present simple

Slide 19 - Quiz

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 20 - Quiz

Choose the Present Continuous or present simple

He___ beer in the pub right now.
A
spills
B
is spilling
C
are spilling
D
spilling

Slide 21 - Quiz

Time to practice 
Op de volgende website kun je oefenen met de 2 tijden 
maak: 
elementary opdrachten als je het moeilijk vindt 
intermediate opdrachten om te herhalen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Ben je klaar dan kun je gaan leren voor de Build Up 6-12.

Zoek op Quizlet naar miss Korten

Slide 24 - Diapositive