Thema 3: Organismen ordenen KB

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Thema 3:  KB

Organismen ordenen

Basisstof 1: Ordenen

Kenmerk:

- eigenschap om organisme te    onderscheiden van ander           organisme.

Biologen delen leven op aarde in:

1. Organismen met celkern in cel.

2. Organismen zonder celkern in cel.

In Biologie verdelen de groepen in kleinere groepen. DE RIJKEN.

4 RIJKEN:

- dieren

- planten

- schimmels

- bacteriën

Celkenmerken

Indeling letten op:

- Celkern

- Celwand

- Bladgroenkorrels

       Afbeelding geeft verschillen  

boek blz 150 

Soorten

Organismen behoren tot dezelfde soort:

- als ze samen kunnen       voortplanten EN

- de nakomelingen vruchtbaar     zijn.

Huiswerk

Leren lesstof basisstof 1  van Thema 3 Ordening

Maken opdrachten 1 tot en met 8

(blz. 152 t/m blz. 158)

Basisstof 2

Dieren

Leerdoelen:

Wat is symmetrie

Welke symmetrie zien wij

Wat voor skelet is het

Symmetrie

twee helften va het object in een bepaalde zin elkaars spiegelbeeld zijn

3 typen Symmetrie

Tweezijdig symmetrie

Op 1 manier in 2 gelijke helften te verdelen

Veelzijdig symmetrie

Op meerdere manieren in 2 gelijke helften te verdelen

Niet symmetrisch

Op geen enkele manier in 2 gelijke helften te verdelen

Skelet

De stevige delen van een dier noem je het skelet.

Het skelet geeft stevigheid en bescherming.

Vormen skelet

1. Uitwendig skelet: skelet aan de buitenkant van hun lichaam.

2. Inwendig skelet: skelet in het lichaam.

3. Geen skelet

Huiswerk

Leren lesstof basisstof 1 en 2 van Thema 3 Ordening

Maken opdrachten 1 tot en met 10

(blz. 164 t/m blz. 170)

Indeling van Dieren

Dieren worden in 34 kleinere groepen ingedeeld

- Jij moet er 6 kennen met hun kenmerken

EN een voorbeeld geven van een dier.

Sponsdieren

Kenmerken:

- Niet symmetrisch

- Stevige hoornvezels tussen   de cellen

- Zitten meestal vast op de   bodem van de zee

Neteldieren

Kenmerken:

- Veelzijdig symmetrisch

- Meestal geen skelet

- Leven in het water

- Vangen hun prooi met       tentakels

Weekdieren

Kenmerken:

- Tweezijdig symmetrisch

- Meestal een schelp of huisje   als skelet

Stekelhuidigen

Kenmerken:

- Veelzijdig symmetrisch

- Inwendig skelet van kalk

- De huis is bedekt met stekels

 of knobbels

Geleedpotigen

Kenmerken:

- Tweezijdig symmetrisch

- Het skelet is een pantser

Gewervelden

Kenmerken:

- Tweezijdig symmetrisch.

- Een inwendig skelet.

Vertakkingsschema

De indeling van organismen in steeds kleinere groepen kun je weergeven in een vertakkingsschema.

Huiswerk

Leren lesstof basisstof 1 en 2 van Thema 3 Ordening

Maken opdrachten 1 tot en met 9

(blz. 164 t/m blz. 175)

Basisstof 3

Planten

Indeling van Planten

SO thema 3 basisstof 1 – 3

Leerdoelen

- Kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en     zaadplanten.

Indeling van planten

Alle planten hebben bladgroenkorrels in hun cellen.

De meeste planten hebben wortels, stengels en bladeren.

Planten kan je indelen naar de manier van voortplanten.

Twee groepen zijn:

Zaadplanten                                              Sporenplanten

Zaadplanten

Hebben bloemen.

Uit bloemen ontstaan vruchten met zaden.

Sporenplanten

Planten zich voort met sporen.

Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan.

Hebben geen bloemen.

Bijvoorbeeld:

- Mossen

- Varens

Varens

Bij varens ontstaan de sporen als sporenhoopjes aan de achterkant van de bladeren.

Mossen

Bij mossen ontstaan de sporen in sporendoosjes op steeltjes.

Samenvatting

Huiswerk

Leren lesstof basisstof 1, 2 en 3 van Thema 3 Ordening

Maken opdrachten 1 tot en met 9

(blz. 172  t/m blz. 175)

Datum: Lesuur

SO: Thema 3

basisstof 1 Organismen ordenen

basisstof 2 Dieren

basisstof 3 Planten

Bladzijde 148 tot en met  bladzijde 170

Basisstof 4

Schimmels