dichtheid

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Weten wat dichtheid is en er mee kunnen rekenen

Slide 2 - Diapositive

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 3 - Diapositive

Dichtheid
dichtheid= massa/volume

Slide 4 - Diapositive

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Uitleg van de wipwap

Slide 5 - Diapositive

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 6 - Diapositive

Berekenen van de Dichtheid








Dichtheid = massa : volume
Grootheid
Eenheid
Massa 
kilogram (kg)
Volume
liter (l)
kubike decimeter (dm3)
Dichtheid
kg/l
kg/dm3

Slide 7 - Diapositive

Wanneer blijft iets drijven?
DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water
ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water
ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water


Slide 8 - Diapositive

Dichtheid

Slide 9 - Diapositive

Waarom is de vraag: Is IJzer zwaarder dab hout? niet juist?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de dichtheid van een stof?

Slide 11 - Question ouverte

Noem de eenheid van dichtheid

Slide 12 - Question ouverte

Geef de formule om de dichtheid te berekenen

Slide 13 - Question ouverte

Geef de betekenis van de symbolen

Slide 14 - Question ouverte

cm3
gram
gram/cm3
massa
volume
dichtheid

Slide 15 - Question de remorquage

Een steentje heeft een volume van 2cm3. De massa is 5,4 gram.
Berekenen de dichtheid van het steentje

Slide 16 - Question ouverte

Een gouden ring heeft een massa van 13,5 gram. Het volume is 0,7 cm3. Bereken de dichtheid van het goud

Slide 17 - Question ouverte

dichtheid  = 

Formule voor dichtheid:







Dezelfde formule in symbolen: 
   
                                                                
 
 

volume
massa
:
x
ρ = m x V
ρ = m : V
ρ = V : m
ρ = V x m

Slide 18 - Question de remorquage

Is dichtheid een stofeigenschap
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Wat is het symbool van dichtheid?
A
p
B
ρ
C
P
D
π

Slide 20 - Quiz

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 21 - Quiz

welke vloeistof heeft de ...
laagste dichtheid
hoogste dichtheid

Slide 22 - Question de remorquage

Wat heeft de grootste dichtheid?
A
Bloedplasma
B
Witte bloed cellen
C
Rode bloedcellen
D
Dat kun je niet zeggen?

Slide 23 - Quiz

De dichtheid van de vis is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 24 - Quiz

Hoe bepaal je de dichtheid van een stof?
dichtheid =
A
massa x volume
B
volume x massa
C
massa : volume
D
volume : massa

Slide 25 - Quiz

De dichtheid van ijs is .... dan de dichtheid van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk

Slide 26 - Quiz

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
g
D
cm3

Slide 27 - Quiz

De dichtheid van ijs is ....
dan de dichtheid van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
GROTER
B
KLEINER

Slide 28 - Quiz

Sleep de  beschrijving naar het juiste woord
Drijven
Zweven
Zinken
De dichtheid van een voorwerp is kleiner dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is groter dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is even groot als de dichtheid van een vloeistof

Slide 29 - Question de remorquage

stofeigenschap
grootheid
Lengte
Dichtheid
Massa
Kleur
Fase van een stof

Slide 30 - Question de remorquage