Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hst. 3 Interne logistieke processen
* Bespreken van de opdrachten hst. 3
Slide 1 - Diapositive
1. Welke werkzaamheden horen bij goederenontvangst?
Inslag
Fase waarmee het logistieke proces begint
gg. controleren
gg. inboeken
gg. opslaggereed maken
gg. opslaan
Slide 2 - Diapositive
2. Waarom is gespreide goederenontvangst voor het magazijn zo belangrijk?
voorkomt piekbelastingen
voorkomt bottlenecks
je moet rekening houden met beschikbaarheid van
het aantal laad/losdocks
intern transportmateriaal
ruimte in het magazijn
hoeveelheid personeel
Slide 3 - Diapositive
3. Wat is een bottleneck?
B - een verstoring in het logistieke proces
Slide 4 - Diapositive
4. Waarom is een bottleneck niet goed voor de productiviteit in het magazijn?
brengt verlies van tijd mee
dus ook kosten
een evenwichtige planning komt ten goede aan de productiviteit en de kwaliteit van het werk
Slide 5 - Diapositive
6. Met welk document controleer je de levering?
C - met de pakbon (kwalitatieve controle)
met de vrachtbrief (kwantatieve controle)
Slide 6 - Diapositive
7. Steekproef of volledige controle?
volledig wanneer je leverbetrouwbaarheid wil vaststellen
volledig bij dure of waardevolle gg
Slide 7 - Diapositive
8. Wat is reclameren?
melden bij de leverancier dat er een afwijking in de levering is
Reclameren moet schriftelijk en binnen een bepaalde tijd gebeuren
Slide 8 - Diapositive
9. Waarom is nauwkeurig binnenboeken belangrijk?
zo ontstaan er geen afwijkingen in de voorraad
Slide 9 - Diapositive
10. Wat doe je bij opslaggereed maken?
* ompakken
* sorteren
* coderen
* etiketteren
Slide 10 - Diapositive
11. Op welke manier ondersteunt WMS je bij het opslaan van gg?
WMS kan inruimorders produceren
WMS geeft precies aan hoe de gg moeten worden gesorteerd en wat de officiële loop- en rijroute is om ze op te slaan
Slide 11 - Diapositive
12. Crossdocking kan onnodige inslag- en uitslagtaken voorkomen.
Bij crossdocking hoef je de goederen niet in te ruimen om ze vervolgens weer te verzamelen, maar gaan ze vanaf een tijdelijke opslaglocatie (het crossdock) direct door naar de klant. Dat scheelt dus veel werk.
Slide 12 - Diapositive
13. Waarom is het belangrijk dat je de omloopsnelheid van je artikelen kent?
De omloopsnelheid geeft aan wat de gemiddelde voorraad per artikel is die per jaar wordt omgezet. Met behulp van de omloop-snelheid kun je bepalen welke plaats een artikel moet hebben in het magazijn en hoeveel ruimte ervoor gereserveerd moet wor-den.
Slide 13 - Diapositive
14. het % beschikbare ruimte dat daadwerkelijk wordt gebruikt voor opslag?
C - vullingsgraad
Wat is de benuttingsgraad en vullingsgraad?
Slide 14 - Diapositive
15.
Zaken die je kunt meten en analyseren: omloopsnelheid, gewicht en volume van de artikelen, verdeling bulk- en werkvoorraad, vullingsgraad, verzamelroutes, hulpmiddelen
Slide 15 - Diapositive
16.
Leveringsbetrouwbaarheid, dus de mate waarin orders compleet, correct en tijdig worden uitgeleverd
Slide 16 - Diapositive
17.
Effectieve prestatie-indicatoren. Die meten de doelmatigheid van magazijnprocessen. Het lijkt er namelijk op dat het magazijn zo ver doorgeslagen is in efficiëntie dat het ten koste gaat van de flexibiliteit en de kwaliteit richting klanten
Slide 17 - Diapositive
18.
Je kunt bijvoorbeeld op de maximale snelheid werken op de voor jou meest efficiënte manier, maar dat zou weleens helemaal niet aan kunnen sluiten bij de manier van werken die de klant wenst. Denk aan de volgorde van verzamelen, manier van verpakken en wijze van verzenden
Slide 18 - Diapositive
19. KPI's
A Voorraadniveau
C Servicegraad
D Leadtime
Slide 19 - Diapositive
20. KPI's
Inslag: gemiddelde verwerkingstijd per levering, openstaan-de/verwerkte orderregels per opslagzone, productiviteit per persoon. Uitslag: gemiddelde doorlooptijd van een order, openstaan-de/verwerkte orderregels per verzamelzone, productiviteit per persoon. Motivatie: dit zijn prestatie-indicatoren die zicht geven op de snelheid van werken als afdeling en per persoon. De mede-werkers kunnen die prestatie-indicatoren direct beïnvloeden, wat de betrokkenheid verhoogt
Slide 20 - Diapositive
21. Voor incidentele stagnaties moet je ad-hoc oplossingen bedenken. Is dit juist of onjuist
JUIST
Slide 21 - Diapositive
22.
ONJUIST
Slide 22 - Diapositive
23. Hoe zorgt de Kai-zen methode dat een proces op structurele wijze daadwerkelijk verbetert.
Kai Zen bestaat uit een aantal stappen die je gestructureerd laten werken aan een probleem: probleemdefinitie, meting en analyse en probleemoplossing. Kai Zen helpt ook om de oplossing te implementeren en te borgen zodat daadwerkelijk verbetering optreedt
Slide 23 - Diapositive
24. Waarom is het zo belangrijk om structurele oplossingen te bedenken voor structurele stagnaties?
Je voorkomt ermee dat fouten, verstoringen en problemen zich blijven herhalen. Door de oorzaak ervan weg te nemen, bespaar je op termijn veel tijd en geld.
Slide 24 - Diapositive
26. Noem vier methodes om het magazijn goed te organiseren