Hoofdstuk 6: Goederenopslag

• Logistiek
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 6: Goederenopslag

werkvoorraad: voorraad waaruit wordt gepickt

bulkvoorraad: reservevoorraad

Benamingen werkvoorraad

werkvoorraad, pickvoorraad, grijpvoorraad: voorraad waaruit orders worden verzameld

De werkvoorraad staat altijd op een goed
bereikbare plek, de bulkvoorraad vaak niet. Waarom is dat?

Werken met bulk- en werkvoorraad

voordelen: 

* magazijnruimte goed benut

* snel orderverzamelen door kortere routes

* betere opvang schommeling in vraag en aanvoer

Werken met bulk- en werkvoorraad

nadelen:

* extra werk door aanvullen werkvoorraad

* wachttijden door niet op tijd aanvullen werkvoorraad

* medewerkers die elkaar in de weg lopen bij aanvullen en orderverzamelen 

Worden gg bij crossdocking wel of niet in de opslag genomen?

Indelingscriteria voor de opslag

Doel: opslag zo kort mogelijk houden (3 R's)

= opslagtijd te lang 

--> voorraadplanning niet correct

--> verkoopplan niet goed opgesteld

Indelingscriteria voor de opslag

Tussenopslag: gg die je vrij snel moet afleveren, neem je vaak niet in opslag

Groupage: verschillende zendingen die worden verzameld en vervolgens samen geladen en geleverd worden

Indelingscriteria voor de opslag

Vraagfrequentie: geeft aan hoe vaak een artikel op een orderbon voorkomt

Grijpfrequentie: geeft aan hoe vaak een artikel word gepickt.

Omloopsnelheid: hoe lang een artikel op voorraad ligt

Slow movers: artikelen met een lage omloopsnelheid.

Fast movers: gg die kort in het magazijn liggen

Indelingscriteria voor de opslag

Een hoge omloopsnelheid betekent niet dat de vraagfrequentie ook hoog is.

Het is namelijk mogelijk dat het ontvangstmoment en het moment van verzending dicht bij elkaar ligt.

Terwijl dat maar één keer maand voorkomt.

De omloopsnelheid ligt dan hoog.

De vraagfrequentie is dan laag.

Pareto-analyse / 80-20 regel