werkstuk maken

werkstuk maken
Doel van de les:
Aan het eind van de les weet ik  hoe ik een werkstuk kan maken. 






1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
werkstukBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

werkstuk maken
Doel van de les:
Aan het eind van de les weet ik  hoe ik een werkstuk kan maken. 






Slide 1 - Diapositive

Onderwerp werkstuk
Australië
Japan
China
Peru
Verenigd Koninkrijk
Griekenland
Cambodja
2 leerlingen per onderwerp
Mexico
Verenigde staten
Rusland
Zuid-Afrika 
India
Huiswerk: biebboek huren

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Waar gaat je werkstuk over?
En maak er een woordweb bij. Waar denk je allemaal aan, bij dat onderwerp?

Slide 4 - Diapositive

5 hoofdstukken
Zet de woorden die bij elkaar horen van je woordweb bij elkaar. Kan je vijf groepjes maken? 


Verdeel het onderwerp in  vijf hoofdstukken en stel daarbij ook vijf
vragen. Dat zijn dan je ‘deelvragen’. Je maakt dus vijf hoofdstukken! (Denk aan WWWWH-vragen)


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Volgorde werkstuk
  • voorkant met herkenbaar waar het over gaat en onderin je naam.
  • je inleiding (waarom heb je voor dit onderwerp gekozen)
  • inhoudsopgave (wat op welke pagina?)
  • je 5 hoofdstukken (alle drie op nieuwe pagina beginnen)
  • je nawoord (zie volgende dia)
  • je bronnenvermelding (waar heb je de info en plaatjes vandaan gehaald)

Slide 7 - Diapositive

informatie zoeken
  • zoek informatie op met behulp van je hulpvragen
  • Kopieer tekst nooit van het internet, maar vat het samen in je eigen woorden. 
  • minimaal drie verschillende bronnen (2 internet, 1 boek)
  • Tip voor bronnen: jeugdbieb, schooltv 
  • Huiswerk deze week: zoek een boek in de bieb waar je informatie over jouw onderwerp kan vinden

Slide 8 - Diapositive

kernwoorden
Schrijf per hoofdstukje een aantal kernwoorden in logische volgorde:

Eerst iets wat je over het onderwerp al weet (eigen voorkennis), daarna woorden die je net gelezen hebt
op internet of in je boek(en) (nieuwe achtergrondkennis).

Slide 9 - Diapositive

Tekst uitwerken
Werk nu de tekst verder uit… en: vergeet de bronnen (websites en boeken) niet op te schrijven bij ‘bronnen’.

Slide 10 - Diapositive

plaatjes/filmjes
Zorg nú pas voor duidelijke plaatjes/ filmpjes om je verhaal te ondersteunen. Als je tussendoor een plaatje/filmpje tegenkomt, die je goed kunt gebruiken, sla deze dan alvast op in google drive.
Je mag maximaal twee plaatjes per hoofdstuk gebruiken. Let op: ook de plaatjes van een website moet je vermelden in je bronnen (zie ‘evaluatie’).  

Slide 11 - Diapositive

 Inleiding
 In de inleiding staat:
- waar gaat je werkstuk over (noem je onderwerp en vertel er kort wat over)?
- wat vertel je per hoofdstuk?
- waarom heb je dit onderwerp gekozen / wat vind je leuk?
- wat is je hoofdvraag ?
 - wat zijn je deelvragen?
- wat heb je allemaal gedaan om dit werkstuk te schrijven?

Slide 12 - Diapositive

Nawoord (evalueren)

  1. Je sluit af naar de lezer toe. (Hopelijk vond je het interessant om te lezen. 
  2. Je schrijft op wat je ervan vond om dit werkstuk te maken
  3. Je vertelt wat goed ging en wat je de volgende keer anders zou doen.

Slide 13 - Diapositive

- bronvermelding:
 * boeken: noem de schrijver(s) en de titel van het boek;
 * websites: kopieer het webadres van de balk van het internet.


Slide 14 - Diapositive

lay-out 
  • Je gaat werken aan de lay-out: maak je werkstuk mooi op met lettertype, plaatjes, enz.
  • bijschriften onder plaatje
  • Je lettertype moet leesbaar zijn en niet groter dan grootte 12. 
  • Je tekst moet zwart zijn en je achtergrond wit. 
  • Alleen titels en plaatjes mogen in kleur.

Slide 15 - Diapositive

herhaling: Indeling werkstuk
  • mooie voorkant met herkenbaar waar het over gaat en onderin je naam.
  • je inleiding (waarom heb je voor dit onderwerp gekozen)
  • inhoudsopgave (wat op welke pagina?)
  • je vijf hoofdstukken (alle vijf op nieuwe pagina beginnen)
  • je evaluatie (wat vond je moeilijk, hoe ging het?)
  • je bronnenvermelding (waar heb je de info en plaatjes vandaan gehaald)

Succes!!

Slide 16 - Diapositive