werkstuk maken

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
werkstukBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Werkstuk maken
Aan het eind van de les heb ik informatie opgezocht en 
weet ik  hoe ik een werkstuk kan maken. 

Je krijgt drie weken de tijd om aan deze opdracht te werken.




Slide 2 - Diapositive

Kies een onderwerp
En maak er een woordweb bij. Waar denk je allemaal aan, bij dat onderwerp?

Slide 3 - Diapositive

3 hoofdstukken
Zet de woorden die bij elkaar horen van je woordweb bij elkaar. Kan je drie groepjes maken?


Verdeel het onderwerp in  drie hoofdstukken en stel daarbij ook drie
vragen. Dat zijn dan je ‘deelvragen’. Je maakt dus drie hoofdstukken!


Slide 4 - Diapositive

Informatie zoeken
  • Zoek informatie op met behulp van je hulpvragen
  • Kopieer tekst nooit van het internet, maar vat het samen in je eigen woorden. 

Slide 5 - Diapositive

Kernwoorden
Schrijf per hoofdstuk een aantal kernwoorden in logische volgorde:

Eerst iets wat je over het onderwerp al weet (eigen voorkennis), daarna woorden die je net gelezen hebt
op internet of in je boek(en) (nieuwe achtergrondkennis).

Slide 6 - Diapositive

Tekst uitwerken
Werk nu de tekst verder uit… 

en: vergeet de bronnen (websites en boeken) niet op te schrijven bij ‘bronnen’.

Slide 7 - Diapositive

Plaatjes/filmpjes
Zorg nú pas voor duidelijke plaatjes/ filmpjes om je verhaal te ondersteunen. Als je tussendoor een plaatje/filmpje tegenkomt, die je goed kunt gebruiken, sla deze dan alvast op in google drive.
Je mag maximaal twee plaatjes per hoofdstuk gebruiken. Let op: ook de plaatjes van een website moet je vermelden in je bronnen (zie ‘evaluatie’).  

Slide 8 - Diapositive

Enquête afnemen
  • Je maakt in Forms een enquête van minimaal vijf vragen
  • Deze vijf vragen gaan over het onderwerp van jouw werkstuk.
  • Je wilt de mening weten van je respondenten of aantallen weten.
  • Je verstuurt je enquete naar minimaal vijf verschillende mensen.
  • Je maakt een enquêteverslag. Kijk in de opdracht voor voorbeeldvragen voor een enquête en voor een voorbeeld enquêteverslag

Slide 9 - Diapositive

Maak een goede inleiding
 Daarin staat:
- waar gaat je werkstuk over (noem je onderwerp en vertel er kort wat over)?
- waarom heb je dit onderwerp gekozen?
- wat is je hoofdvraag (dit is ook de titel van je werkstuk!)?
 - wat zijn je hoofdstukken (inhoud)?
- wat heb je allemaal gedaan om dit werkstuk te schrijven?

Slide 10 - Diapositive

Lay-out 
  • Je gaat werken aan de lay-out: maak je werkstuk prachtig op met lettertype, plaatjes, enz.
  • Het lettertype is arial 12. Titels en tussenkopjes mogen groter
  • Je maakt een automatische inhoudsopgave
  • Je tekst moet zwart zijn en je achtergrond wit. 
  • Alleen titels en plaatjes mogen in kleur.

Slide 11 - Diapositive

Indeling werkstuk
  • mooie voorkant met herkenbaar waar het over gaat en onderin je naam.
  • je inleiding (waarom heb je voor dit onderwerp gekozen)
  • inhoudsopgave (wat op welke pagina?)
  • je drie hoofdstukken (alle drie op nieuwe pagina beginnen)
  • het enquêteverslag 
  • je evaluatie (zie volgende dia)
  • je bronvermelding (waar heb je de info en plaatjes vandaan gehaald)
  • de vragenlijst van je enquête 

Slide 12 - Diapositive

Evalueren

  1. Schrijf in een paar zinnen het antwoord op je hoofdvraag op.
  2. Maak een lijstje  (wat ging goed) en  (wat kon beter) in je ‘evaluatie’.

Slide 13 - Diapositive

Bronvermelding:
 * boeken: noem de schrijver(s) en de titel van het boek;
 * websites: kopieer het webadres van de balk van het internet.

Loop als laatste stap even je spelling na. Klopt alles? Ziet het er mooi uit? Klaar!

Slide 14 - Diapositive

Herhaling: Indeling werkstuk
  • mooie voorkant met herkenbaar waar het over gaat en onderin je naam.
  • je inleiding (waarom heb je voor dit onderwerp gekozen)
  • inhoudsopgave (wat op welke pagina?)
  • je drie hoofdstukken (alle drie op nieuwe pagina beginnen)
  • enquêteverslag 
  • je evaluatie (wat vond je moeilijk, hoe ging het?)
  • je bronnenvermelding (waar heb je de info en plaatjes vandaan gehaald)

Slide 15 - Diapositive