Presenteren

Presenteren

Presenteren

eigen materiaal

Presentatiespel

eigen materiaal

Spelregels

Je krijgt enkele tongbrekers te zien.

• Wanneer je de bal hebt, probeer je zo veel mogelijk tongbrekers uit te spreken.
• Struikel je over je tong? Gooi de bal naar een volgende leerling en laat hem of haar eens proberen...

De koetsier poetst de pas gepoetste postkoets met postkoetspoets

Papa bukt zich en pakt de platte blauwe bakpan en ook het pak bakbloedworst.

Als jouw tekkel mijn tekkel tackelt, tackelt mijn tekkel jouw tekkel terug.

De krolse kat krabt de krullen van de reeds ontkrulde trap.

De knappe kapper kapt knap, maar de knecht kapt knapper dan de knappe kapper kapt.

De Spaanse prins spreekt prima Spaans.

To en Tom aten tomaten, Tom at en To vrat.

Hoor die kleine klompjes klepperen op de klinkers.

Drie domme dames dachten dat dromedarissen dagelijks drieduizend deciliter druivensap dronken.

Gisteren heb ik achtentachtig kacheltjes verkocht.

Als een pissige potvis in een pispot pist, heb je een pispot vol met potvispis.

Ik herhaal: "je moet de herhaling goed herhalen." En als je de herhaling goed herhaalt, hoef je de herhaling niet nogmaals te herhalen.

kraaieneieren

De kok snijdt recht en de knecht snijdt scheef.

Ping en Pong speelden pingpong. Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping.

Wat een weer weer zei de wasvrouw die aan de was was.

Presenteren

In deze oefening gaan we letten op:

• houding
• handgebaren en oogcontact
• spreektempo en intonatie 

voorbereiding 

We bekijken enkele video's. Wat kom je te weten over?

• handen en gebaren
• stemgebruik
• spreekgemak
• contact met publiek
• hulpmiddelen

Noteer in kernwoorden in de mindmap

Vul je mindmap aan

TW 

pg.96

Per drie

Kies een onderdeel waar je rond gaat werken:

• houding
• handgebaren
• oogcontact
• spreektempo 
• intonatie 

voorbereiding 

Groepjes van 3

• Elke leerling krijgt een kaart met een presentatietechniek.
• Stel de kaarten aan elkaar voor en kies per groepje één kaart.
• Lees grondig wat er op de kaart staat. 
• Bereid de opdracht op de kaart individueel voor. 

Groepswerk

Voer de opdracht voor elkaar uit en geef feedback

• Benoem wat je zag of hoorde: Ik zag dat je duidelijke handbewegingen gebruikte, ik hoorde dat je niet altijd duidelijk articuleerde.
• Geef aan welk effect dat op jou had: hierdoor bleef ik van begin tot einde geïnteresseerd, hierdoor kon ik niet goed volgen. 
• Geef aan wat veranderd kan worden: ga zo door! Een tip: beweeg wat meer door de ruimte zodat je niet te zenuwachtig overkomt. 

Groepswerk

Op het einde stellen jullie alle tips voor aan de andere groepjes: 

• Was de tip makkelijk toe te passen?

Criteria

houding en gebaren:

De spreker:

• ondersteunt de boodschap met gebaren. 
• oogt zelfverzekerd en ontspannen 

Stemgebruik:

De spreker:

• is goed verstaanbaar qua volume, intonatie en articulatie 

Criteria

spreekgemak:

De spreker:

• spreekt vloeiend
• hanteert een prettig tempo

Contact met publiek

De spreker:

• maakt oogcontact

Presentaties

Nu stellen jullie jullie woorden voor aan je klasgenoten. 

• Er wordt bij jouw presentatie extra aandacht besteed aan de tip die je in de oefenles hebt uitgewerkt. 

Presentaties

eigen materiaal

Helden

Luisteroefening: wat is een held? 

Presentatie: wie verdient een heldenstatus? 

www.vrt.be

Helden

- Welke eigenschap(pen) moet een held volgens jou hebben?

- Noem een voorbeeld van iemand die voor jou een held is: waarom vind je die persoon een held?

- Denk je dat die persoon later ook nog steeds je held zal zijn of veranderen je helden naarmate je ouder wordt?

- Waarom denk je dat mensen helden nodig hebben?

- Of hebben we volgens jou geen helden nodig?