Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
3.1 De Sovjet-Unie
Slide 1 - Diapositive
leerdoelen
- Je weet hoe het leven in Rusland was onder de Tsaar
- Je kan uitleggen wat een totalitaire staat is
- Je weet dat onder Stalin er terreur , showprocessen, persoonsverheerlijking , strafkampen en geheime politie was
Slide 2 - Diapositive
Bij welk bondgenootschap hoorde Rusland in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As landen
D
NAVO
Slide 3 - Quiz
Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918
Slide 4 - Quiz
Wie was er aan de macht voor de Russische Revolutie?
A
Lenin
B
Tsaar Nicolas II
C
Raspoetin
D
De Voorlopige Regering
Slide 5 - Quiz
De Romanovs
300 jaar aan de macht
absolute macht
landbouw grootste aandeel in economie
veel slachtoffers en verliezen tijdens WO1
opstand: revolutie
in 1918 hele familie vermoord
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Na de Eerste Wereldoorlog
Het Interbellum: Tijd tussen (inter) de wereldoorlogen (bellum)
Kenmerken:
Opkomst totalitaire staten
Wereldwijde economische crisis
Slide 8 - Diapositive
Totalitaire staat
In een totalitaire staat heeft de overheid alle macht over het leven van de burgers
Voorbeelden in Europa na WO1:
Sovjet-Unie (extreem-links)
Italië (extreem-rechts)
Duitsland (extreem-rechts)
.
Slide 9 - Diapositive
Sovjet-Unie op een rijtje
tot 1917: Rusland was een koninkrijk: tsaar
1917 Russische Revolutie => Communisten grijpen de macht
Communisme: alle goederen in een land moeten van iedereen gezamenlijk (commune) zijn. Hierdoor zou armoede opgelost worden.
Rusland wordt Sovjet-Unie.
Tot ongeveer 1990 communistische staat
Staat wordt totalitair (overheid heeft alle macht)
Slide 10 - Diapositive
Waarom in Rusland?
Tsaar Nicolaas II had alle macht
Grootste deel van de bevolking arm (boeren, arbeiders)
WO I verliep heel slecht voor Rusland, leger werd slecht geleid en was slecht bewapend.
Winter 1916-1917 hongersnood => stakingen en demonstraties => tsaar doet afstand van de troon
Slide 11 - Diapositive
Er komt een voorlopige regering
Voorlopige regering heeft moeite zaken op orde te krijgen => fanatieke communisten plegen in oktober 1917 een staatsgreep en nemen de macht over
Slide 12 - Diapositive
Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten
Slide 13 - Quiz
Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin
Slide 14 - Quiz
Welke twee dingen wilden de communisten in Rusland veranderen?
A
Democratie invoeren/tsaar afzetten
B
stoppen met de WOI en gelijke rechten voor vrouwen
C
iedereen is gelijk/geen privébezit meer
Slide 15 - Quiz
Gevolgen
Alle bedrijven in de Sovjet-Unie worden overgenomen door de staat
Er wordt vrede getekend met Duitsland waarbij de Sovjet-Unie veel gebied kwijtraakt (Vrede van Brest-Litovsk.
De Sovjet-Unie wordt een totalitaire staat
Slide 16 - Diapositive
Leg nog eens uit wat een totalitaire staat is
Slide 17 - Question ouverte
Lenin wordt leider van de SU
Onder Lenin begin totalitaire staat:
Geheime politie
Terreur
Strafkampen voor tegenstanders (later: Goelag)
Lenin overlijdt in 1924. Er volgt een strijd om de opvolging...
Slide 18 - Diapositive
Strafkampen voor tegenstanders
Slide 19 - Diapositive
Stalin
Volgt Lenin op na machtsstrijd in 1928
Vertrouwt niemand
Periode van enorme terreur, ook wel ‘grote zuiveringen’ => in partij, politie, leger
Miljoenen mensen ten onrechte opgepakt, gemarteld, gedood en naar de Goelag verbannen.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Showprocessen
Uniek kenmerk voor Sovjet-Unie: showprocessen => gefilmde neprechtszaken waarin tegenstanders zichzelf moeten beschuldigen van hele erge misdaden.
Werden als propaganda in bioscopen vertoond
Iedereen kon opgepakt worden, er was totale willekeur
Er was censuur
Slide 22 - Diapositive
Stalin organiseerde showprocessen. Welke reden had hij daarvoor?
A
Zo liet hij zien dat hij beter was dan Lenin, die mensen zonder proces in strafkampen liet opsluiten.
B
Dankzij de showprocessen werd duidelijk dat de planeconomie goed werkte.
C
Dankzij de showprocessen leek het alsof er in de Sovjet-Unie een eerlijke rechtspraak was.
D
Door de showprocessen werd Stalin steeds populairder, ook bij zijn tegenstanders.
Slide 23 - Quiz
hoe heet de periode waarin Stalin hardhandig afrekende met zijn (vermeende) tegenstanders?
A
De Russische Revolutie
B
De Moskou episode
C
de Grote Terreur
D
de NKVD
Slide 24 - Quiz
Wat bedoelen we met 'Goelag'?
A
Dit is een ander woord voor de Grote Terreur van Stalin
B
Hiermee worden alle showprocessen bedoelt
C
Stalin zijn autobiografie
D
Een (afgelegen) werkkamp onder Stalin en de overheidsdienst die deze kampen bestuurde
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Stalin
Voerde dus zuiveringen door;
In leger en in de communistische partij
Slide 29 - Diapositive
Planeconomie
Onder Stalin invoering van de planeconomie . Doel was een grote industriële macht te worden
overheid bepaalt wat er in een land geproduceerd moet worden
Iedere fabriek krijgt te horen wat er gemaakt moet worden in 5 jaar, dit heet een vijfjarenplan
Slide 30 - Diapositive
Collectivisatie
Boerderijen worden samengevoegd (= collectief) tot grote landbouwbedrijven (kolchoz) => dit gebeurt niet vrijwillig!!!
Moeten grote hoeveelheden produceren voor de export => leidt tot hongersnoden.
Slide 31 - Diapositive
Mensen die honger hebben worden als verraders naar de Goelag gestuurd...
Door hen lijkt de Soviet-Unie immers minder groots...
Slide 32 - Diapositive
Persoonsverheerlijking
Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider:
een vader voor het volk.
Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin) en is een speciale vorm van propaganda
Slide 33 - Diapositive
Wat is propaganda ook alweer?
A
Politieke reclame voor je ideeën
B
vervolging
C
Politieke tegenstanders
D
een soort politie
Slide 34 - Quiz
Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen
Slide 35 - Quiz
Welke kenmerken van het stalinisme zijn te herkennen op het plaatje?
A
censuur en collectivisatie
B
collectivisatie en persoonsverheerlijking
C
persoonsverheerlijking en terreur
D
terreur en censuur
Slide 36 - Quiz
Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin
Slide 37 - Quiz
Opdracht totalitaire staat
Noem 5 kenmerken van een totalitaire staat
Beschrijf hoe jouw kenmerken in Nederland zijn geregeld
Welke veranderingen moet je toepassen om van Nederland een totalitaire staat te maken?