UL 5.3 + 5.8 (2H)

4-cijferige code
DNA
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

4-cijferige code
DNA

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • leerdoelen 5.3
  • uitleg 5.3
  • leerdoelen 5.8
  • uitleg 5.8
  • huiswerk opgeven (en daarna starten met maken ervan)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 5.3

  • Ik kan omschrijven wat genen en allelen zijn.
  • Ik kan omschrijven wat een mutatie is.
  • Ik kan omschrijven wat kanker is. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gen en allel
Een stukje DNA dat de code voor een  erfelijke eigenschap draagt noemen we een GEN.

Allel = de informatie in een gen

Voorbeeld van erfelijke eigenschappen:
haarkleur (blond, zwart, rood)
haarstijl (krullend of steil)
oogkleur (blauw, bruin, groen)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van organisme tot basenparen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basenparen en basen in DNA

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Allel
Genvariant = allel.
Allelenpaar = 2 allelen op 2 chromosomen met info voor 1 gen 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Allelen 




allelenpaar 
= de 2 allelen van een gen


-Sommige allelen zijn sterker dan anderen.
-Het allel voor krullend haar is in dit voorbeeld sterker, en uit zich dus in het fenotype

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De kleur, vorm en werking van je lichaam worden vooral geregeld door eiwitten.
Genen bevatten de informatie van het maken van die eiwitten.  
In een spiercel bijvoorbeeld is een gen actief dat de informatie bevat voor het maken van een spiereiwit. 
             Gen                            Eiwit                        Fenotype

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mutaties
Plotselinge verandering van het genotype (natuurlijk)

Een mutagene stof zorgt voor een mutatie.

Een organisme waarbij de mutatie tot uiting
komt in het genotype noemen we mutant.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn mutagene invloeden?
Door straling en chemische stoffen kan er in je lichaam een mutatie ontstaan. Dit noemen we mutagene invloeden

                             Voorbeelden:

Slide 11 - Diapositive

Laat aan de hand van een schema zien hoe mutaties kunnen worden doorgegeven aan het nageslacht.
Mutatie in lichaamscel
(meestal geen gevolgen)
Mutatie in geslachtscel
(kan grote uitwerking hebben)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Albinisme

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Albino/ albinisme
                                                               Een mutatie (verandering) in het                                                                   gen voor pigment in je huid/                                                                             haren veroorzaakt albinisme. 
                                                               Een Albino kan geen pigment aanmaken en de huid en haren zijn helemaal kleurloos.
                                                               
Iemand met albinisme noem je een mutant.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kanker
Mutatie in celdeling -> cel gaat te vaak delen -> tumor

goedaardig tumor (groot langzaam, verstoord niet)
kwaadaardig tumor (groot snel, verstoord wel), dit wordt kanker genoemd. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoel 5.8
Ik kan omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homozygoot/heterozygoot
hom

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homozygoot / Heterozygoot
"Homo" betekent "Gelijk"
"Hetero" betekent "Verschillend"

Een homozygoot genotype is dus een genotype met TWEE DEZELFDE ALLELEN: bijvoorbeeld BB of bb.
Een heterozygoot genotype is dus een genotype met TWEE VERSCHILLENDE ALLELEN: Bb

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dominant/ recessief
Een dominant allel zie je altijd terug in het fenotype (ook als er maar één dominant allel is).

Dominante allel: HOOFDLETTER 
Recessieve allel: kleine letter

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dominant & Recessief
  • Dominant: overheersende allel.
  • Recessief: onderdrukte allel.



  • Ofwel, wanneer je heterozygoot blauw/bruin bent, zal je bruine ogen krijgen. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Dominant & recessief

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gensymbool =
Letters
Dominant -> Hoofdletter
Recessief -> Kleine letter

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gensymbolen (genotype)
Als je homozygoot bent voor deze eigenschap heb je dus:
- of AA (fenotype zwart haar)   - of aa (fenotype blond haar)




Als heterozygoot heb je dan:  - Aa (fenotype zwart haar)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor de volgende les 
Maak online van thema 5
  • van basisstof 5.3 = opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 8
  • van extra stof 5.8 = opdracht 1 t/m 3

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions