water 3.4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

00:23

Als een rivier klei en zand neerlegt dan noemen we dat sedimentatie.

1. juist
2. onjuist

00:46

Hoe noemen we de lager gelegen gebieden naast de oeverwallen?

1. kleigronden
2. komgronden
3. uiterwaarden
4. boezem

01:26

Welke dijk ligt het verst van de rivier?

1. zomerdijk
2. winterdijk

01:27

Welke dijk is het hoogst?

1. zomerdijk
2. winterdijk

01:28

Het gebied tussen de zomer- en winterdijk noemen we de ..............

01:58

Alle polders zijn droogmakerijen.

1. juist
2. onjuist

02:35

Hoe noemen we het water op peil houden in de polders door middel van pompen?

1. pompen
2. verzaken
3. gemalen
4. bemaling

02:35

Wat is de boezem?

1. tijdelijke opslagplaats voor overtollig water uit de polder
2. een poldersloot die in door de polders lopen
3. al het kwelwater dat in een polder terecht komt
4. de rivier waar al het polderwater in wordt weggepompt

00:46

Hoe noemen we de hoger gelegen oevers van een rivier die ontstaan zijn door sedimentatie?