Test Test Unit 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

• Taking the register (roll call)
• Learning goals
• Test test
• Homework

• At the end of this lesson you should know your strengts and weaknesses

notebook                   pen        

                                 and pencil

Test-test

Vandaag gaan we aan de slag met een oefentoets om te kijken wat je al weet en wat je nog (extra) goed moet leren.

Het is belangrijk dat je de proeftoets maakt als een echte toets, dus zonder in je boek of aantekeningen te kijken.

Je krijgt hier geen cijfer voor.

       

Tips

• Lees eerst de toets helemaal door.
• Lees goed wat je moet doen.
• Begin bij de oefeningen die makkelijk voor je zijn.
• Denk na voordat je het antwoord opschrijft.
• Schrijf altijd iets op.

       

Als je klaar bent ...

• ... kijk je goed of je overal een antwoord hebt staan.
• ... controleer je de antwoorden.
• ... blijf je stil totdat iedereen klaar is.
• ... kun je op msebel.nl extra oefenen met de                        onderdelen die je nog lastig vond.
• ... kun je extra uitlegfilmpjes bekijken.
• ... mag je iets voor een ander vak doen.
• ... kun je ook een boek lezen.

       

Instructies

• Kijk goed naar de juiste antwoorden
• Luister naar de uitleg
• Maak eventueel aantekeningen
• Verbeter de fouten
• Highlight de oefeningen met 3 of meer fouten
• Bewaar de proeftoets en de antwoorden goed
• Besteed bij het leren extra aandacht aan de gehighlighte onderdelen
• Neem de proeftoets nog een aantal keer door bij het leren

notebook                   pen

(answers)                   and                     Test test  

                               highlighter

A words (15 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

• 1. about
• 2. furniture

A words (15 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

• 3. upstairs
• 4. science
• 5. only
• 6. straight

A words (15 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

• 7. rich (geen persoon)
• 8. sportsfield (heeft niets met een gebouw te maken)

A words (15 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

• 9. skating
• 10. library
• 11. languages
• 12. upstairs

A words (15 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

Examples:

• 13. Mister Bremmer is our geography teacher.
• 14. She knows all the answers, she is very clever.
• 15. Horses are my favourite animals. I love horse                  riding.

B Grammar  (8 punten)

1 punt per goed antwoord

• 1. het
• 2. zij

B Grammar (8 punten)

1 punt per goed antwoord

• 3. you
• 4. I (hoofdletter, i = 0,5 punt)
• 5. you
• 6. he
• 7. you

B Grammar (8 punten)

1 punt per goed antwoord

• 8. jij/u en jullie

C Grammar (10 punten)

1 punt per goed antwoord

• 1. are/'re
• 2. is/'s
• 3. is
• 4. are
• 5. am

C Grammar (10 punten)

1 punt per goed antwoord

• 6. they are
• 7. she is not/she isn't
• 8. you are not/you're not
• 9. they are

C Grammar (10 punten)

1 punt per goed antwoord

Example:

• 10. Mike is good at football is juist omdat Mike een he          is en daar hoort is bij.

D Grammar (10 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

• 1. nine
• 2. twelve
• 3. fourteen
• 4. twenty-two (let op het streepje)
• 5. thirty-six (let op het streepje)

D Grammar (10 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

• 6. forty
• 7. a/one hundred and seventy-two(let op het streepje)
• 8. two hundred and nineteen
• 9. six hundred and eight-nine (let op het streepje)
• 10. nine hundred and twenty-four (let op het streepje)

E Grammar (10 punten)

1 punt per goed antwoord

• 1. heeft
• 2. hebben niet

E Grammar (10 punten)

1 punt per goed antwoord

• 3. has got/'s got
• 4. have got
• 5. has not got/hasn't got
• 6. have not got/haven't got
• 7. have got/'ve got
• 8. has got/'s got
• 9. have got/'ve got
• 10. has got/'s got

F Grammar (8 punten)

• 1. I (i = 0,5 punt)
• 2. am/'m
• 3. are
• 4. you
• 5. have ... got
• 6. they
• 7. are/'re
• 8. They

G Alphabet (6 punten)

0,5 punt per goede letter

• 1. B / C / D / E / G / P / T / V
• 2. Q / U / W
• 3. R

H Phrases (10 punten)

1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten/leestekens

• 1. Hi.
• 2. Example: Mike has got green hair and blue eyes.
• 3. Where do you live?
• 4. I do horse riding.
• 5. What are your hobbies? / What hobbies do you have?
• 6.1. Example: I have got short blond hair.
• 6.2. Example: I live in a town called Zoetermeer.

Normering

Totaal = 72 punten

43 punten = 5,5

Hoeveel punten heb je gehaald?

072

Wat heb je gehaald?

Voldoende

Onvoldoende

Klaar?

Ga naar: msebel.nl > M/H 1 > Unit 1

Maak extra oefeningen van de onderdelen die (nog) lastig voor je zijn.

Je kunt ook de uitlegvideo's nog een keer bekijken.

Als iedereen klaar is krijg je van de docent de uitslag van deze proeftoets.

Thanks for your attention

      Wait for            Push your chair         Throw away

      the bell             under the table            your litter