HS 5 Formuleren - Lesweek 16

HS 5 Formuleren
Lesweek 16
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

HS 5 Formuleren
Lesweek 16

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet variatie in woordgebruik toe te passen.
- Je weet wat synoniemen zijn.
- Je weet wat verwijswoorden zijn.

Slide 2 - Diapositive

H5: signaalwoorden / verwijswoorden

Slide 3 - Diapositive

Variatie in woordgebruik
Een tekst wordt snel saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt.  Het is beter om wat variatie aan te brengen.

Zo voorkom je dat je woorden herhaalt:
1. Gebruik synoniemen; woorden met dezelfde betekenis. 
VB: prachtig en mooi

2. Gebruik verwijswoorden; woorden die verwijzen naar een persoon, zaak of gebeurtenis die eerder is beschreven.
VB: David heeft voor zijn verjaardag een fiets gekregen. Omdat ik die mooi vind, wil ik er ook één hebben.

Slide 4 - Diapositive

Meerkeuze vragen

Slide 5 - Diapositive

Synoniemen
Een ander woord voor kabaal:
A
kabel
B
geweldig
C
lawaai
D
paling

Slide 6 - Quiz

zoenen en kussen zijn:
A
omschrijvingen
B
synoniemen
C
tegenstellingen

Slide 7 - Quiz

Kletsen en babbelen zijn......
A
homoniemen
B
synoniemen
C
antoniemen

Slide 8 - Quiz

Wat zijn onderstaande woorden van elkaar?
"antoniem - tegenstelling"
A
woorddelen
B
omschrijvingen
C
definities
D
synoniemen

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de juiste synoniemen van het woord ‘weliswaar’?
A
Waar
B
Wel
C
Inderdaad
D
Oftewel

Slide 10 - Quiz

Welke twee woorden zijn synoniemen van elkaar?
A
recht - krom
B
schrijver - auteur
C
koud - warm
D
tafel - stoel

Slide 11 - Quiz

Open vragen
- Druk op de afbeelding om de afbeelding groter in je scherm te krijgen. 
- Noteer de synoniem van het dikgedrukte woord. Deze staat in de zin. 

Slide 12 - Diapositive


Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte


Slide 16 - Question ouverte


Slide 17 - Question ouverte


Slide 18 - Question ouverte

Kies het juiste verwijswoord.
1. De ober vroeg wat ik wilde drinken. Het/Hij/Hem wachtte geduldig, omdat ik niet kon kiezen.

Slide 19 - Question ouverte

2. Zou jij onze kater kunnen missen? Ik zou niet zonder dit/ hem/ hij kunnen.

Slide 20 - Question ouverte

3. Waar is mijn gevulde koek gebleven? Heb jij het/haar/hem soms opgegeten?

Slide 21 - Question ouverte

4. Het kabinet moet niet te vaak twijfelen. Dat maakt hem/het/haar ongeloofwaardig.

Slide 22 - Question ouverte

Vragen tijdsaanduidingen
In plaats van toen.. en toen..kun je ook andere tijdsaanduidingen kiezen om gevarieerd te schrijven.

Benoem in de volgende vragen de tijdsaanduidingen. 

Let op! Soms bestaan ze uit meerdere woorden
Vb: een week geleden.

Slide 23 - Diapositive

1. Vanochtend heb ik brood bij de bakker gehaald.

Slide 24 - Question ouverte

2. Om twee uur krijgen we een les over veiligheid.

Slide 25 - Question ouverte

3. Als jij film kijkt, lees ik ondertussen een boek.

Slide 26 - Question ouverte

4. Waar gaan we na de vakantie mee beginnen?

Slide 27 - Question ouverte

Herhaling lesweek 15

Slide 28 - Diapositive

Upload een foto van spelling opdrachten 4, 7 en 9. (huiswerk vorige week)
Je kunt meerdere foto's uploaden.

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord in pvvt.
Vorige week (bloeien) de hibiscus in onze tuin al

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord in pvvt. In 2001 (verplaatsen) dit bedrijf zijn gehele productie naar India

Slide 31 - Question ouverte

Welke tijd? De computer staat nog aan.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 32 - Quiz

verleden tijd ik-vorm:
melden
A
melde
B
meldde
C
meldden
D
melden

Slide 33 - Quiz

Wat is de verleden tijd van ruiken?
A
roken
B
ruikten

Slide 34 - Quiz

Een zwak werkwoord...
A
verandert niet van klank in de verleden tijd
B
verandert wel van klank in de verleden tijd

Slide 35 - Quiz

Voorbeeld van een synoniem
  • boekverslag.

Volgende les --> 

Slide 36 - Diapositive

Huiswerk lesweek 16
  • Maken opdrachten 1, 3 en 4 van formuleren HS 5.
  • Uiterlijk vrijdag 17 april je gekozen boek doorgeven aan de docent.

Volgende les --> Boekverslag 1 Havo/Vwo

Slide 37 - Diapositive