Hoofdstuk 4.7 Grammatica T/H

Welkom
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Lezen
2. Herhaling voornaamwoorden
3. Nakijken opdracht 2, blz. 210
4. Uitleg par. 9
5. Aan de slag
6. Afsluiting les

Slide 2 - Diapositive

lesdoel vandaag
Ik kan het vragende voornaamwoord herkennen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

vragend voornaamwoord

Met een vragend voornaamwoord (vrv) vraag je naar een persoon of een ding.

Wie is dat? Wat is er gebeurd? Welke landen horen bij Europa?


Er zijn vier vragende voornaamwoorden: wie, wat, welk(e), en wat voor (een).


Welk(e) en wat voor (een) horen meestal bij een zelfstandig naamwoord.

Ik ben benieuwd welke artiest jij goed vindt.

Wat voor (een) pizza wil je?

Slide 5 - Diapositive

Noem de vier vragende voornaamwoorden.

Slide 6 - Carte mentale

vragend voornaamwoord (vrv)
Wie wil graag minder kleding kopen de komende tijd?
A
wil
B
de komende tijd
C
wil kopen
D
Wie

Slide 7 - Quiz

vragend voornaamwoord (vrv)
Wat kun je daar lenen voor een vast bedrag per maand?
A
Wat
B
per maand
C
vast bedrag
D
voor

Slide 8 - Quiz

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 t/m 5 (blz. 214)

Je werkt 15 min in stilte

Klaar? 

Slide 9 - Diapositive

Afsluiting
Kahoot
Morgen oefentoets: leer goed de groene blokjes!!

Slide 10 - Diapositive