vragend voornaamwoord aanwijs voornaamwoord

Grammatica woordsoorten 5.8
Lesdoelen:
Je leert  vragend voornaamwoord en aanwijzend voornaamwoord en kunt deze ook benoemen. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica woordsoorten 5.8
Lesdoelen:
Je leert  vragend voornaamwoord en aanwijzend voornaamwoord en kunt deze ook benoemen. 

Slide 1 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets of iemand aan. 
De aanwijzende voornaamwoorden zijn: deze, dit, die en dat

Voorbeeld:
Kijk, zie je dat broodje? Die jongen is knap!

Afkorting aanwijzend voornaamwoord = av

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord (aanw vnw)
Deze, die, dat, dit 
Let op: zo’n, zulke en dergelijke  zijn ook aanw vnw!




Slide 4 - Diapositive

Wat is het verschil tussen deze/dit en die/dat volgens jullie?

Slide 5 - Question ouverte


Een aanwijzend voornaamwoord...
A
vraagt naar iets of iemand
B
verwijst naar iets of iemand maar je weet niet precies wie
C
wijst iets of iemand aan
D
bestaat helemaal niet

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord?
A
die
B
daar
C
deze
D
dit

Slide 7 - Quiz

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
A
degene, zulke
B
jouw, mijn
C
ik, jij
D
daarom, doordat

Slide 8 - Quiz

Vragend voornaamwoord
Een vragend voornaamwoord vraagt naar personen of dingen. 
De vragende  voornaamwoorden zijn: wie, wat, welke, wat voor (een)
Voorbeeld:
Wie heeft dat gedaan? Welke schoenen heb je gekocht?

Afkorting aanwijzend voornaamwoord = vr vnw

Slide 9 - Diapositive

Vragend voornaamwoord
  • Een vragend voornaamwoord kan zowel zelfstandig (Wie ben jij?) als bijvoeglijk (Welke boeken heb jij gelezen?) gebruikt worden. 
  • Het vragend voornaamwoord staat vaak vooraan in de zin, maar het kan ook aan het begin van een bijzin staan (Weet jij wat ik moet doen?)
  • Waarom ben je te laat? Waarom verwijst NIET naar een persoon of ding en is dus geen vrv. Hoe ga je naar school? Hoe verwijst NIET naar een persoon of ding en is dus geen vrv.

Slide 10 - Diapositive

Vragend voornaamwoord







  • Een vragend voornaamwoord (vrv) verwijst altijd naar een persoon of ding.
wie, wat, welke, wat voor (een) 
  • Het staat meestal aan het begin van een vraagzin. 
  • Het kan zowel zelfstandig (Wie ben jij?) als bijvoeglijk (Welk boek lees jij?) gebruikt worden. 
  • Waarom lees je? Waarom verwijst niet naar een persoon of ding en is dus geen vrv. 

Slide 11 - Diapositive

Wat is het vragend voornaamwoord?
A
het
B
is
C
wat
D
vragend

Slide 12 - Quiz

De vragende voornaamwoorden zijn...
A
Wie, wanneer, wat
B
Hoe, wie, wat (voor een), welke
C
Welk(e), wat, wat voor (een), wie
D
Welke, wanneer, hoe, wat

Slide 13 - Quiz

Wat is géén vragend voornaamwoord?
A
Wie
B
Waar
C
Wat
D
Welk

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN vragend voornaamwoord?
A
wat
B
welke
C
waarom
D
wie

Slide 15 - Quiz

Vragend voornaamwoord
Wie, wat, welke en wat voor (een) zijn vragende voornaamwoorden.

Slide 16 - Diapositive

Vragend voornaamwoord
Vragende voornaamwoorden staan meestal aan het begin van een vraag. 

Vragende voornaamwoorden: wie, wat, welk(e), wat voor (een)



Slide 17 - Diapositive

Dit zijn GEEN vragend voornaamwoorden!
Een vragend voornaamwoord verwijst naar iets of iemand.

Slide 18 - Diapositive

Sleep de woorden in het juiste  vak
Vragend voornaamwoorden
Geen vragend voornaamwoord
Wie
Wat
Waar
Hoe
Welke
Wat voor
Wanneer

Slide 19 - Question de remorquage

aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
deze
wie
waar
dit
welk
die
wat
dat

Slide 20 - Question de remorquage