voorbereiding BSA toets P2

• marketing
• MBO
• Studiejaar 1

wat gaan we doen vandaag!!

1. gelukkig nieuwjaar
2. document BSA toets
3. datum BSA toets
4. belangrijkste stof

wat is de definitie van marketing?

een bedrijf past het marketingconcept toe. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.

een bedrijf wil duurzamer gaan ondernemen en gaat zich oriënteren op het aanschaffen van zonnepanelen. Het bedrijf heeft een DMU aangesteld. Van welke situatie is er sprake als de DMU tot aankoop overgaat? Leg uit.

wat is geen segmentatiecriteria in de B2B markt?

1. geografische ligging
2. branche
3. grootte van de klant
4. demografisch

Coolblue wil over 5 jaar de grootste speler op de consumentenmarkt zijn. Hier is sprake van een ...... doel

1. tactisch
2. strategisch
3. operationeel
4. onmogelijk

wat is geen onderdeel van de micro-omgeving

1. verhogen van de maximum snelheid
2. bedrijf zit op een goede locatie
3. bedrijf heeft een goede marketing afdeling
4. bedrijf heeft zeer goed personeel

een bedrijf bevindt zich met met een product X in een stabiele markt (groei 2%). Dit product heeft een relatief marktaandeel van 1,2%. Welke positie heeft product X van dit bedrijf in de BCG matrix?

1. star
2. question mark
3. cash cow
4. dog

Eaysyjet ondervindt toenemende concurrentie van de Thalys (trein) op haar vluchten van Amsterdam naar Parijs. Van welke kracht is hier sprake volgens het vijfkrachtenmodel van Porter? Leg uit.

wat is geen onderdeel van de macro omgeving (DESTEP)

1. vergrijzing van de bevolking
2. stijging van het zeewater
3. toenemende concurrentie
4. toename aantal 2-verdieners

PicNic is een online supermarkt. Zij willen nu gaan uitbreiden naar Belgie en Duitsland. Hoe heet deze groeistrategie?

1. diversificatie
2. productontwikkeling
3. marktontwikkeling
4. marktpenetratie

snijbloem is een handelsbedrijf in bloemen. Het bedrijf richt zich op een markt waar enkele concurrenten varianten en vergelijkbare producten aanbieden. Van welke marktvorm is hier sprake>

1. monopolie
2. monopolistische concurrentie
3. oligopolie (heterogeen)
4. volledige mededinging