Les 1 Tussenletters

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Vandaag slaan we de oefeningen voor woordenschat over 😎
  • Aan het einde van de les;
  • Ik gebruik de juiste tussenletters.
  • Ik herken snel de basiskenmerken van een tekst en bepaal hoe ik deze aanpak.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je meervoud van zelfstandig naamwoorden? Noem meerdere manieren.

Slide 3 - Question ouverte

Het meervoud van een zelfstandig naamwoord kun je op verschillende manieren maken:

-en toevoegen: boek → boeken, tafel → tafels
-s toevoegen: foto → foto’s, baby → baby’s
-eren bij sommige woorden: kind → kinderen, ei → eieren
Klinkerverandering bij sommige woorden: stad → steden, lid → leden
Hoe zet je een afkorting in het meervoud?
A
door -en erachter te zetten
B
door -s erachter te zetten
C
door 's erachter te zetten
D
door -ën erachter te zetten

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft 's (apostrof + s) als anders een verkeerde uitspraak ontstaat. Geen een voorbeeld.

Slide 5 - Question ouverte

Een voorbeeld is baby → baby's.

Zonder apostrof (babys) zou de uitspraak verkeerd zijn. De apostrof voorkomt verwarring en zorgt ervoor dat het woord correct gelezen wordt. 
Soms heeft een woord twee uitgangsvormen. Noem twee voorbeelden.

Slide 6 - Question ouverte

Voorbeelden:

Groente → groenten / groentes
Professor → professoren / professors
Beide vormen zijn correct, maar soms is er een klein betekenisverschil of een voorkeursvorm.
Ligt de klemtoon op -ie, dan schrijf je -ën erachter. Geef een voorbeeld.

Slide 7 - Question ouverte

Voorbeeld: kolonie → koloniën, traktatie → traktatiën.

Hierbij komt een trema (¨) op de e om de uitspraak duidelijk te maken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen oefenen:
Welke tussenletters horen in deze samenstellingen?
woord...lijst, boord...vol, staat...schuld, woning...ector, rod...kool, jongen..team, katt...kwaad, Koninginn...dag.

Slide 10 - Question ouverte

Hier zijn de juiste tussenletters ingevuld:

woordenlijst
boordevol
staatschuld
woningsector
rodekool
jongeteam
kattenkwaad

Aan de slag!
  • Bestudeer de theorie en maak alle opdrachten onder Taalverzorging 3.4 Tussenletters

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions