Les 2: Persoonsvorm en infinitief gebruiken

1 / 17
suivant
Slide 1: Vidéo
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2
Dit leer je in deze les:
Je maakt zinnen met een persoonsvorm/hulpwerkwoord en infinitief in de goede vorm.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de beginnerscursus leerde je de vervoeging van de werkwoorden in het enkelvoud/singularis
(1 persoon):

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En in het meervoud/pluralis 
(2 of meer personen):

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefen nu met de vormen van de werkwoorden
Maak oefening 3, 4, 5, 6 op de volgende pagina.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken je de werkwoorden 'zijn' en 'hebben' nog niet goed?
Kijk voor uitleg en oefeningen op deze pagina.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de oefeningen te makkelijk voor je?
Maak dan oefening 3a, 4a, 5a, 6a op deze pagina.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wil je liever samenwerken en spreken? 
Zoek een klasgenoot die dat ook wil en ga naast elkaar zitten.
Vraag de werkbladen aan de docent. 
Cursist A stelt vragen, cursist B geeft antwoord. Cursist A controleert goed of het antwoord goed is!
Daarna andersom: cursist B vraagt, cursist A antwoordt.

Slide 11 - Diapositive

Cursisten werken bij deze oefening met Taalpingpong p. 21 en 24.
Hoe ging het?
Dit wilden we leren:
Je maakt zinnen met een persoonsvorm/hulpwerkwoord en infinitief in de goede vorm.

We doen nu een quiz om te kijken of dit gelukt is.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de goede vorm van het werkwoord 'fietsen' in:
Ik ____________ elke dag naar mijn werk.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de goede vorm van het werkwoord 'leren' in:
Ayse wil graag Nederlands __________.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de goede vorm van het werkwoord 'hebben' in:
___________ je tijd om te komen?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de goede vorm van het werkwoord 'zijn' in:
Maria ________ morgen jarig.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de goede vorm van het werkwoord 'zijn' in:
Deze vragen _________ makkelijk.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions