lesson 2 4mb

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Goals

1. You understand all grammar of lesson 1 and 2

2. You know the vocabulary of lesson 1 and 2

3. Characteristics of a short story

If../ will…. 

Who / Which

Present simple / present perfect

  

characteristics short story)

characteristics short story)

Er zijn weinig personages, meestal 1 tot 3.

De karakters zijn ‘plat’; ze worden niet uitgewerkt, geen uitgebreide psychologische beschrijvingen.

Het verhaal speelt zich af in een korte tijd, in één ruimte en op één plaats.

Er wordt minimale achtergrondinformatie gegeven bijv. over de ruimte waar of het tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt.

Er is één verhaallijn.

Het einde komt plotseling en geeft het verhaal een onverwachte wending (twist).

Read the story 'birds of Azalea street' 

Write down examples of the characteristics of a short story

Workbook unit 1

 exercise:

2 3 4 (Reading ) 

5 6 7 8 9 ( Grammar) 

Goals

1. You understand all grammar of lesson 1 and 2

2. You know the vocabulary of lesson 1 and 2

3. Characteristics of a short story

If../ will…. 

Who / Which

Present simple / present perfect

  

characteristics short story)

Er zijn weinig personages, meestal 1 tot 3.

De karakters zijn ‘plat’; ze worden niet uitgewerkt, geen uitgebreide psychologische beschrijvingen.

Het verhaal speelt zich af in een korte tijd, in één ruimte en op één plaats.

Er wordt minimale achtergrondinformatie gegeven bijv. over de ruimte waar of het tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt.

Er is één verhaallijn.

Het einde komt plotseling en geeft het verhaal een onverwachte wending (twist).

present simple -present perfect?
My father ...... to his work every morning.

1. has walked
2. walks
3. is walking
4. walk

present simple -present perfect?
We ...... Susy since she was a little girl.

1. have known
2. knew
3. know
4. has known

present simple -present perfect?
In this game the players..... a lot.

1. have moved about
2. move about
3. has moved about
4. moved about

Beide de Present Simple en Present Perfect gehad. Kan je ze uit elkaar houden? Kies de Present Simple:

1. He lived in Leeds last year
2. He has lived here for four years

'never' is een signaalwoord voor de Present Simple en de Present Perfect Wat is het verschil in betekenis?

1. Het betekent allebei: 'nooit'
2. In de Present Simple betekent het 'nooit' en in de Present Perfect betekent het 'nog nooit''
3. In de Present Simple betekent het 'nog nooit'' en de Present Perfect betekent het 'nooit''
4. Het betekent allebei: 'nog nooit'

2. Present Perfect and Present Simple:
Q. When do we use the Present Perfect?

1. To show that something happens regularly
2. To show that something that started in the past still has relevance now
3. For habits and facts
4. A past event that has been completed.

lesson 2

Workbook exercise:

10 11 12 13 14 15 16 17 18

Read the story 'birds of Azalea street' 

Make questions Birds of Azalea Street (classroom)

Done?

Workbook unit 1

lesson 1 exercise:

2 3 4 5 6 7 8 9 

Workbook unit 1  lesson 2 exercise:

10 11 12 13 14 15 16 17 18

Study words lesson 1 and 2

Read the story 'birds of Azalea street' 

Write down examples of the characteristics of a short story 

Done?

Workbook unit 1

lesson 1 exercise:

2 3 4 5 6 7 8 9 

Workbook unit 1  lesson 2 exercise:

10 11 12 13 14 15 16 17 18

Study words lesson 1 and 2

Homework