hoofdstuk 6 Trainingsleer

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1,2

Hoofdstuk 6 

Trainingsleer 

De origo en insertie komen verder van elkaar af te liggen, welke contractie is dit?

1. Concentrische contractie
2. excentrische contractie
3. isometrische contractie
4. statische contractie

Fast twitch spiervezels zijn:
stelling 1 rood van kleur
stelling 2 vooral explosief

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. beide zijn juist
4. beide zijn onjuist

opbouw van een les 

warming- up       (Definitie??) 

kern 

cooling down       (Definitie??)

Wat is een algemene en specifieke warming- up?

Welke 4 soorten van prestatie zijn er
Lichamelijk en welke nog meer?

Geef een voorbeeld van een korte en lange termijn doelstelling

Soorten prestatie 

Lichamelijk aspect

Mentale aspect

Tactisch aspect

Technisch aspect

Welke acties onderneem je op welk moment? Is een voorbeeld van?

1. lichamelijke prestatie
2. mentale prestatie
3. technische prestatie
4. tactische prestatie

De KLUCS zijn een voorbeeld van een

1. lichamelijke prestatie
2. mentale prestatie
3. technische prestatie
4. tactische prestatie

Trainingsprincipes blz 116

Specificiteit

Overload en progressiviteit

Wet van de verminderde meeropbrengst

Reversibiliteit 

Belasting en belastbaarheid 

blz 117 

3 types krachttraining

Maximale kracht

Hypertrofie 

Kracht uhv 

Welke type training is deze?
70-85% van de 1 RM
6-12 herhalingen
2 tot 4x per week

1. maximale kracht
2. hypertrofie
3. kracht uithoudingsvermogen
4. snelkracht

Welke is deze?
20-45% van de 1RM
10-25 herhalingen

1. maximale kracht
2. hypertrofie
3. kracht uithoudingsvermogen
4. snelkracht

Praktijk in tweetallen

Maak met de materialen die je kunt vinden eerst een training die je later uitvoert voor:

Maximale kracht

of 

Kracht UHV

of

Hypertrofie 

Deel 2 hoofdstuk 6 

Duurtraining en intervaltraining

Duurtraining extensief en intensief 

Duurtraining interval in en extensief

Grote verschil, hier zit ook nog snelheid bij in! 

1. De maximale hartslagmethode

220- leeftijd = HF max

Voordeel: eenvoudig te berekenen, redelijke richtlijn.

Nadeel: houdt geen rekening met conditie testpersoon, standaardafwijking 10 tot 15 slagen..

4 zones

Aerobe zone 

dagelijkse bezigheid en fitheidszone

Anaerobe zone 

conditiezone en prestatiezone 

2. Methode van Karvonen

Hf max- HF rust= HF reserve x % trainingsintensiteit + HF rust= HF streef.

Voordeel: Snelle methode die met belastbaarheid sporter rekening houdt.

Nadeel: HF max verschilt per persoon, moment van meting is erg bepalend.

GEEN VRAGEN OVER IN HET EXAMEN! 

3. De praattest

Praten tijdens oefening is het aerobe zone, hijgen, dan anaerobe zone.

Voordeel: eenvoudig toepassen.

Nadeel: niet doelgericht

Jeugd

Kinderen hebben minder fysieke beweging dan kinderen van 20 jaar geleden!

Hierdoor:

Een daling van de fysieke prestatie

Toename lichaamsgewicht

Verhoogd risico op hart en vaatziekten

Onderzoek

1 op de 4 kinderen heeft overgewicht (Dietz)

40% tussen 5 en 8 jaar al op zijn minst 1 hart of vaatziekterisico heeft…

Jeugdfitness

  1-3x per week

  50% van de 1 rm

  20- 25 herhalingen, 1- 2 series

blz 140 boek 

Vanaf hier verder!