Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 35 min
Éléments de cette leçon
korte briefjes
Slide 1 - Diapositive
het doel van een briefje
verschillende redenen om een kort briefje aan iemand te schrijven:
iets afzeggen
iets uitleggen
iets verkopen
iets vragen
informatie geven
waarschuwen
Slide 2 - Diapositive
morgen is de gymles buiten. jullie moeten hardloopschoenen meebrengen
A
iets afzeggen
B
iets uitleggen
C
informatie geven
D
waarschuwen
Slide 3 - Quiz
NIET AANRAKEN! pas geverfd!
A
iets uitleggen
B
iets verkopen
C
iets vragen
D
waarschuwen
Slide 4 - Quiz
John, Heb jij jouw nieuwe Harry Potter al uit? Mag ik hem van je lenen? Lennart
A
iets verkopen
B
iets vragen
C
waarschuwen
D
iets uitleggen
Slide 5 - Quiz
TE KOOP boksbal met bokshandschoenen (bijna niet gebruikt) 06-12345678
A
iets afzeggen
B
iets uitleggen
C
iets vragen
D
iets verkopen
Slide 6 - Quiz
Keisha, Vanmiddag kan ik niet bij je komen. Ik moet naar de tandarts, dat was ik vergeten... Mimi
A
iets verkopen
B
iets afzegen
C
informatie geven
D
iets uitleggen
Slide 7 - Quiz
Ha lieverd. Pizza in de vriezer. Oven op 6, voorverwarmen, 20 minuten bakken. Er ligt sla, komkommer en tomaat in de koelkast. Eet smakelijk, je vader.
A
informatie geven
B
iets vragen
C
waarschuwen
D
iets uitleggen
Slide 8 - Quiz
zelf een kort briefje schrijven
je krijgt nu 2 keer een situatie,
waarbij je een kort briefje moet schrijven,
probeer maar eens
Slide 9 - Diapositive
Situatie: de bel is kapot. Schrijf een briefje voor op de voordeur.
timer
3:00
Slide 10 - Question ouverte
Situatie: je wilt weten of je moeder sokken heeft gewassen. Je moeder is al naar werk. Schrijf een briefje voor als je moeder thuis komt.
timer
3:00
Slide 11 - Question ouverte
een kort berichtje beantwoorden
Een sms of een whatsapp zijn ook korte briefjes.
Geef in de 3 voorbeelden een kort antwoord.
Slide 12 - Diapositive
Hoe laat begint jouw feest morgen? En wat voor cadeau wil je?
timer
3:00
Slide 13 - Question ouverte
Ga je morgenavond mee zwemmen? Zien we elkaar bij het zwembad om 20.00?
timer
3:00
Slide 14 - Question ouverte
Onze kat heeft een nest jonkies gekregen. Wil jij een jong katje? Mag het van je ouders denk je?
timer
3:00
Slide 15 - Question ouverte
let op de spelling
is het goed of fout?
Slide 16 - Diapositive
waneer
wanneer
vandaag
vandag
misschien
mischien
pannenkoek
pannekoek
Slide 17 - Question de remorquage
jou tas
jouw tas
hij wilt
hij wil
tandpasta
tand pasta
een klein meisje
een kleine meisje
de boek
het boek
Slide 18 - Question de remorquage
snap je het schrijven van een kort briefje/berichtje?