Fictie les 2 22-23

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Fictie

Vorige keer

Fictie

Non-fictie

1. Fictie

2. Non-fictie

1. Fictie

2. Non-fictie

1. Fictie

2. Non-fictie

Lesdoel:

Ik weet:

• wat het perspectief van een verhaal is.
• wie de hoofdpersoon is van een verhaal.

Perspectief

Perspectief

Het perspectief ligt bij de persoon in het verhaal van wie je weet wat hij denkt en voelt. Meestal is dat de hoofdpersoon.

Wisselend perspectief

Als je van meerdere personen in een verhaal weet wat ze denken en voelen, is er sprake van een wisselend perspectief. De ene keer zit je in het hoofd van de ene persoon en de andere keer in het hoofd van de andere persoon.

Ik-vorm

Als een verhaal een ik-persoon heeft, is het geschreven in de ik-vorm. Je weet wat de ik-persoon denkt en voelt.

Hij/zij-vorm

Als er geen ik-persoon in het verhaal voorkomt, is het verhaal geschreven in de hij- of zij-vorm.

Wat nu?

Werkboekje Fictie

We maken nu opdracht 3 in je werkboekje. Na 7 minuten bespreken we samen de antwoorden.

Als je eerder klaar bent, begin je aan opdracht 4.3 (vanaf tekst Password op blz. 6)

We lazen net over Hugo Kotsbos zijn avonturen op school. Kan jij je voorstellen dat hij van zijn achternaam baalt?

010

Hoe goed kun jij je inleven in (hoofd)personages uit boeken/series/games?

Niet goed

Een beetje

Goed

Heel goed

TE goed (te meelevend)

Nieuwsgierig geworden?

Waarom wel?

Waarom niet?

Schrijf je antwoord eerst op in je werkboek.

En nu?

Ben je nu nieuwsgierig geworden naar het boek?

Waarom wel of niet?

Schrijf je antwoord eerst op in je werkboek.

Opdracht

We maken opdracht 4 van het werkboekje. Deze opdracht bespreken we na 10 minuten.

Als je daarmee klaar bent, lees je alvast bijlage 1 en 2 

(blz. 14-15).

02:29

Kon jij je inleven tijdens dit fragment?

1. Ja
2. Een beetje
3. Nee

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?

😒🙁😐🙂😃