Een alinea schrijven

Schrijven H2
Een alinea schrijven
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Schrijven H2
Een alinea schrijven

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Terugblik vorige les
Huiswerk bespreken
Lesdoel
Theorie
Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Een alinea schrijven
Een tekst wordt overzichtelijk als je hem verdeelt in alinea's.

Slide 3 - Diapositive

Vergelijk de volgende twee afbeeldingen en beantwoord daarna de vraag.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn volgens jou de verschillen tussen de vorige twee afbeeldingen? Noem er minstens twee.

Slide 6 - Question ouverte

Maar hoe schrijf je een goede alinea?
  • De belangrijkste informatie van de alinea zet je in de eerste zin, de kernzin.
  • Vraag je daarna af wat de lezer nog meer moet weten over dit onderwerp, die informatie zet je in de volgende zinnen.
  • Begin een nieuwe alinea als je over een nieuw deelonderwerp gaat schrijven.

Slide 7 - Diapositive

Let op
  • Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
  • Binnen een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door.

Op een nieuwe regel beginnen kan op twee manieren 

Slide 8 - Diapositive

Door de regel niet door te laten lopen, maar na het laatste woord op de volgende regel door te gaan.
Door het gebruik van een witregel.

Slide 9 - Diapositive

Zet de zinnen op de volgende pagina in de juiste volgorde.

Slide 10 - Diapositive

De eerste alinea van een tekst wordt ook wel de inleiding of de lead genoemd.
In de eerste alinea lees je waar de tekst over gaat. 
De belangrijkste informatie staat in de eerste of laatste zin van de alinea. 
De zin met de belangrijkste informatie wordt wel de kernzin genoemd.
Zin 1
Zin 2
Zin 3
Zin 4

Slide 11 - Question de remorquage

Waarom verdeel je een tekst in alinea's?
Waar in de alinea plaats je de belangrijkste informatie?

Slide 12 - Question ouverte

Hoofdstuk 4 - Formuleren
We gaan deze les leren hoe je aantrekkelijk kan formuleren.

Het leerdoel van deze les is:
Je leert aantrekkelijk te formuleren.

Je leert dat je woorden die bij elkaar horen, bij elkaar moet plaatsen.

Slide 13 - Diapositive

Het formuleren van een zin
Als je een zin verkeerd formuleert kan je soms verkeerd begrepen worden. Dat kan lastig zijn en soms ook vervelend.

Let goed op dat je de juiste woorden bij elkaar zet als je een zin formuleert.

Hierna een paar voorbeelden. Zien jullie welke zinnen beter geformuleerd zijn?

Slide 14 - Diapositive