Taal 3.4.19

Met welke 3 proeven kun
je de persoonsvorm in een
zin vinden? ....proef
1 / 11
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Met welke 3 proeven kun
je de persoonsvorm in een
zin vinden? ....proef

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Diapositive

t.t.
v.t.
1. Kijk eens naar de oude foto uit 1894.
2. Wat zie je aan de kleren van de kinderen?
3. Het meisje rechts draagt een schort.
4. Dat schort beschermde de jurk tegen vuil.
5. De schorten gingen in de kookwas.

Slide 3 - Question de remorquage

schrijf de persoonsvorm op en zet hem in de andere tijd. 
Het jongetje rechts draagt een kiel.

Slide 4 - Carte mentale

Een kiel lijkt wel wat op een bloes.

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf op je white-bordje:
persoonsvorm - persoonsvorm in de andere tijd

3.  ................................ - ......................................
4. ................................ - ......................................
5. ................................ - .......................................
6. .................................- .......................................

Slide 6 - Diapositive

(Zoek de persoonsvorm, maar zet hem in de andere tijd. )

Je opa kan best een kiel gedragen hebben.

Slide 7 - Question ouverte

Op de foto zie je hippe kinderen uit 1976 in een kiel.

Slide 8 - Question ouverte

Dat hoort bij mode: alles komt terug maar net een tikje anders.

Slide 9 - Question ouverte

Misschien bedenken de ontwerpers een kiel met een nieuw patroon.

Slide 10 - Question ouverte

Er zijn 3 manieren om de persoonsvorm op te zoeken

In de toets krijg je opdrachten met de tijdproef.

Slide 11 - Diapositive