Meervoud A1

Je gaat uit eten. Wat wil je eten en drinken?
Wat zijn je favoriete gerechten en je favoriete drankjes?
Schrijf minimaal 5 gerechten op en 2 drankjes.
1 / 31
suivant
Slide 1: Carte mentale
NT2ISK

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je gaat uit eten. Wat wil je eten en drinken?
Wat zijn je favoriete gerechten en je favoriete drankjes?
Schrijf minimaal 5 gerechten op en 2 drankjes.

Slide 1 - Carte mentale

De pluralis

Slide 2 - Diapositive

De pluralis
Eén is singularis
Twee of meer is pluralis

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Pluralis
De pluralis in het Nederlands

-en
-s

Slide 5 - Diapositive

pluralis +-en

Slide 6 - Diapositive

voet - voeten
Zo maak je de pluralis:
                      een voet - twee voeten
                      een wang - twee wangen
                      een arm - twee armen
                      en tand - tien tanden

Je maakt de pluralis vaak met -en

Slide 7 - Diapositive

woorden met een korte klank
een pan - vier pannen - pannenkoeken
een lip - twee lippen
een zus - vijf zussen
een bed - drie bedden

Slide 8 - Diapositive

Wat is de pluralis van 'bord'?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'taart'?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'kip'?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'hand'?

Slide 12 - Question ouverte

Een lange klank
De singularis  heeft twee dezelfde klinkers 

één been        - twee benen
één oog          - twee ogen
één muur       - vier muren
één raam        - vijf ramen 

Slide 13 - Diapositive

Let op! geen -v aan het einde
Is de pluralis op -ven
-> Je schrijft het singularis met een f.
                                     
                                     een neef - twee neven
                                     een vijf - vijf vijven 



5

Slide 14 - Diapositive

Let op! geen -z of -v aan woordeinde
Is de pluralis op -zen 
-> Je schrijft de singularia met een s:

                                         een huis - veel huizen
                                         een muis - twee muizen 

Slide 15 - Diapositive

Wat is de pluralis van 'brief'?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'straat'?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'doos'?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'school'?

Slide 19 - Question ouverte

de pluralis met -s

Slide 20 - Diapositive

de pluralis met -S
Na -e, -el, -en, -em  en  -er  schrijf je een -s in de pluralis.
Welke klank hoor je?
een meisje - twee meisjes
een sleutel - twee sleutels
een jongen - drie jongens
een bezem - drie bezems
een dokter - vier dokters
de lepels

Slide 21 - Diapositive

Wat is de pluralis van 'winkel'?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'ijsje'?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'badkamer'?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'oven'?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'jongen'?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'vinger'?

Slide 27 - Question ouverte

Hebben jullie nog vragen?

Slide 28 - Question ouverte

nu alles door elkaar

Slide 29 - Diapositive

Wat is de pluralis van 'duif'?

Slide 30 - Question ouverte

Wat is de pluralis van 'bus'?

Slide 31 - Question ouverte