Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Quiz poëzie en stilistiek
Slide 1 - Diapositive
Waar is dit een voorbeeld van: "jouw kamer is net een zwijnenstal"?
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als
Slide 2 - Quiz
Hoe noemen we het wanneer een zin over verschillende versregels loopt?
Slide 3 - Question ouverte
Waar is dit een voorbeeld van: "Wat een juweeltje!"
A
metafoor
B
metonymia
C
synesthesie
D
personificatie
Slide 4 - Quiz
Welke rijmvorm herken je hier: raam en staan?
Slide 5 - Question ouverte
Waar is dit een voorbeeld van: "De wind fluit door de bomen"?
A
metafoor
B
metonymia
C
synesthesie
D
personificatie
Slide 6 - Quiz
Geef aan hoe gepaard rijm eruit ziet.
Slide 7 - Question ouverte
Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt?
A
ironie
B
hyperbool
C
understatement
D
eufemisme
Slide 8 - Quiz
Welk stijlfiguur wordt in de volgende zin gehanteerd: "Ik bevind me momenteel tussen twee banen."?
A
paradox
B
eufemisme
C
pleonasme
D
parallellisme
Slide 9 - Quiz
Wat is een andere naam voor een epigram?
Slide 10 - Question ouverte
Welk stijlfiguur zien we hier?
A
eufemisme
B
tautologie
C
woordspeling
D
hyperbool
Slide 11 - Quiz
Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin: "De premier was sloom, saai en slaapverwekkend."?
A
climax
B
eufemisme
C
enumeratio
D
repetitio
Slide 12 - Quiz
Welke dichtvorm herken je hier: Een zorglijke longarts uit Ede had virussen altijd vermeden. Maar zag toen ontzet: computer besmet. Van schrik is de man overleden.