(les) activiteit voorbereiden

Welkom bij de allerlaatste les!
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Les activiteit voorbereidenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom bij de allerlaatste les!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
* de stof herhalen, en kijken hoeveel je al weet

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij de
methodische cyclus?

Slide 3 - Carte mentale

Er zijn 3 belangrijke kenmerken bij de methodische cyclus:

  1. DOEL
  2. PLAN
  3. PROCES 
Methodisch werken is volgens een bepaalde doordachte manier een bepaald doel bereiken.​
Je wilt iets, dus bedenk je een manier en daarvoor bedenk je een plan.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat doe je bij de beginsituatie vaststellen?

Slide 6 - Question ouverte

Planmatig:
Volgens een bepaalde aanpak toewerken naar het bereiken van een doel.
Methodisch handelen
Werken volgens de stappen van de
methodische cyclus.
1) informatie verzamelen
2) vraag formuleren, overleg betrokkenen
3) doelen formuleren
4) plan bedenken en uitvoeren
5) Uitvoering evalueren en doelen bijstelle
Voorbeeld:
Een planning maken voor je stage opdrachten.

Voorbeeld:
Zindelijkheid van een peuter
Wat moet ik weten over zindelijkheid?
Hoe kan ik daarbij helpen?
Wat kan het kind al? Wat heeft hij al geleerd?
Wat kunnen we bereiken in welke tijd?
Welk plan maken we om de doelen te bereiken?
Wie en hoe gaat we het plan uitvoeren?
Hoe gaan we evalueren?
Als het niet gelukt is, hoe stellen we onze doelen bij?

Slide 7 - Diapositive

Systematisch handelen
Ordelijk werken, volgens een bepaalde
systematiek.
Een plan maken in een logische volgorde.

Doelgericht
Je richten op het bereiken van een doel. 
Voorbeeld:
Protocol
EHBO
RECEPT

Voorbeeld:
Het kind kan op de stoel zitten
Het kind kan zelfstandig staan

Slide 8 - Diapositive

Als ik bezig ben met het zindelijk worden van een peuter. Welk begrip past hier het beste bij?
A
Systemisch handelen
B
Methodisch handelen
C
Planmatig
D
Doelgericht

Slide 9 - Quiz

EHBO
Of brandprotocol (zie deur)
Recept voor een maaltijd
Het kind kan een boek lezen op AVI 3
Zindelijkheid van een peuter
Planning maken van de stageopdrachten om
module 3 op tijd in te leveren. 
Planmatig
Doelgericht
Methodisch handelen
Systematisch handelen

Slide 10 - Question de remorquage

Doel formuleren
Beginsituatie vaststellen
Ondersteuningsvraag beschrijven
Plannen maken en uitvoeren
Evalueren/ bijstellen

Slide 11 - Question de remorquage

Fase
Uitleg
1. ​
Beginsituatie vaststellen
Verzamel zoveel mogelijk informatie over het kind. ​
Observatie, gesprekken met de leerkracht/PW-er/ouders, intake- of aanmeldingsformulieren, kind-volg-systeem, rapporten etc. ​
Wat kan een kind al? En wat kan het kind nog niet zelfstandig? ​
Niet alleen de focus op problemen! 
2. Ondersteuningsvraag beschrijven
Waar wil het kind hulp bij? Of waar heeft het hulp bij nodig? ​
Formuleer het vanuit het kind… ​

“Help mij om zelfstandig te kunnen lezen.” of “Help mij mijn jas aantrekken.”
3.
Doel formuleren
Wat wil je bereiken? SMART!
4.
Plannen maken en
uitvoeren
Wat ga ik doen om het doel te bereiken?
Plannen maken
plannen uitvoeren
5.
Uitvoering evalueren en doelen bijstellen
Je blikt terug op het product (doel) en het proces (de weg er naartoe)

Slide 12 - Diapositive

"Ik kan op 20 april zelfstandig naar de wc."
Dit is een voorbeeld van een:
A
Beginsituatie
B
Evaluatie
C
SMART doel
D
Ondersteuningsvraag

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Waarom is SMART belangrijk?

Slide 16 - Carte mentale

Hester besmeert haar boterham over drie weken zelfstandig met hulp van een kindermesje
Dit is een goed smart doel
Dit is een goed SMART doel

Slide 17 - Sondage

Piet kan de opdracht goed maken
Dit is een goed SMART doel
Dit is geen goed SMART doel

Slide 18 - Sondage

Isa kan op 4 juni zelfstandig naar de w.c
Dit is een goed SMART doel
Dit is geen goed SMART doel

Slide 19 - Sondage

Waar staat de A voor in SMART?

Slide 20 - Question ouverte

Er zijn allemaal verschillende soorten plannen, welke weet je nog?

Slide 21 - Carte mentale

Slide 22 - Diapositive

Ik wil een paasfeest organiseren welk plan kan ik hiervoor gebruiken?

Slide 23 - Question ouverte

De w vragen komen in alle plannen terug...
Juist
Onjuist

Slide 24 - Sondage

Wat heb je aan methodisch werken?

Slide 25 - Question ouverte

Je wilt met jouw groep (peuters, 2-4 jaar) een knutsel activiteit doen. Jullie gaan een kerstboom versieren. Wat is belangrijk om te weten van deze doelgroep, voordat je begint met deze activiteit? (beginsituatie)

Slide 26 - Question ouverte

Welk doel zou je voor deze activiteit formuleren?

Slide 27 - Question ouverte

Nu heb je de activiteit gedaan, dus is het tijd om te evalueren.
"Van evalueren kun je leren!"

Evaluatie momenten:
  • Eind evaluatie
  • Tussen evaluatie
Evalueren heeft alleen zin als je ook iets doet met de uitkomsten van je evaluatie. Je gaat je conclusies gebruiken. 

Slide 28 - Diapositive

Je kunt de uitkomsten van de
evaluatie gebruiken om:

Slide 29 - Carte mentale

Evalueren is het verzamelen van informatie over een resultaat of proces, met als doel het te waarderen en er conclusies uit te trekken voor een volgende keer.
Er zijn 2 niveaus van evalueren:
  • Product evaluatie
Terug kijken op het eindresultaat
  • Proces evaluatie
Terug kijken op de voortgang van het proces ernaar toe

Slide 30 - Diapositive

Is het product gemaakt zoals bedoeld?
Dit is een voorbeeld van een...
Productevaluatie
Procesevaluatie

Slide 31 - Sondage

Was de beginsituatie juist ingeschat?
Dit is een voorbeeld van een...
Product evaluatie
Proces evaluatie

Slide 32 - Sondage

Hoe was de sfeer?
Dit is een voorbeeld van een....
Product evaluatie
Proces evaluatie

Slide 33 - Sondage

Evaluatie criteria
Evaluatiecriterium:
Een criterium is datgene waarop je je beoordeling baseert. Bijvoorbeeld: 6 van de 10 vragen goed is een voldoende.
De evaluatie criteria stel je op voor de start van de activiteit.

Slide 34 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een product evaluatie criterium:

Slide 35 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een proces evaluatie criterium:

Slide 36 - Question ouverte

Er zijn verschillende
manieren om te evalueren. Welk
weet je?

Slide 37 - Carte mentale

Reflecteren
Reflecteren is de laatste stap in de methodische cyclus.  Je kijkt naar je eigen rol en beoordeelt je eigen handelen.
Je kijk dus naar jezelf.

Slide 38 - Diapositive

Wat is het doel van reflecteren?

Slide 39 - Question ouverte

Wat heb je onthouden en waar ligt jouw aandachtspunt nog?
Tips voor het leren van de module toets:
  • Maak een samenvatting, haal de belangrijke begrippen uit de tekst en schrijf deze op.
  • Probeer aan deze begrippen voorbeelden te koppelen uit jouw eigen praktijk.
  • Oefenen doormiddel van vragen maken.

Slide 40 - Diapositive

Heel veel succes!

Slide 41 - Diapositive