Kenmerkende aspecten TV9

Kenmerkende aspecten TV9
Kenmerkende aspecten TV 9
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kenmerkende aspecten TV9
Kenmerkende aspecten TV 9

Slide 1 - Diapositive

1
  • De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
  • KA beschrijft middelen -> doel is nazificatie
  • Propaganda: verspreiden van nazi-ideologie
  • Moderne communicatiemiddelen: radio en film
  • Massaorganisatie: Hitlerjugend en Bund Deutsche Mädel 
  • Persoon: Goebbels

Slide 2 - Diapositive

2
  • Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
  • HC gaat om fascisme/nationaalsocialisme
  • Kenmerken van de totalitaire dictatuur:
  •  propaganda, censuur, terreur
  • Kenmerken fascisme:
  • Leiderschapsverheerlijking, geweld, conservatief, nationalistisch, gevoel
  • Nazi's: rassenleer, Volksgemeinschaft, lebensraum

Slide 3 - Diapositive

3
  • De crisis van het wereldkapitalisme.
  • Invloed van de beurskrach en wereldcrisis op Europa
  • Economische crisis leidt tot groeiende  populariteit NSDAP
  • Let op jaartallen: 1929 start crisis

Slide 4 - Diapositive

4
  • Het voeren van twee wereldoorlogen.
  • Overkoepelend KA
  • Let op dat er géén andere KA's van toepassing zijn voordat je deze kiest.

Slide 5 - Diapositive

5
  • Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op Joden.
  • Proces van uitsluiting van de joodse bevolking belangrijk
  • Daarnaast koppeling met begrippen Volksgemeinschaft en rassenleer 
  • Herken de begrippen in bronnen

Slide 6 - Diapositive

6
  • De Duitse bezetting van Nederland.
  • Na bezetting proces van gelijkschakeling
  • Nederlanders werken vrijwillig in de Duitse arbeidsdienst 
  • Daarna verplichting via Arbeitseinsatz
  • Protest van Nederlanders bij Februaristaking (1941) en Spoorwegstaking (1944)

Slide 7 - Diapositive

7
  • Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
  • Massavernietigingswapens: wapens om veel mensen snel te vermoorden
  • Voorbeelden: machinegeweer, gifgas, raketten, atoombom
  • Burgerbevolking: gericht doelwit van terreurbombardementen 

Slide 8 - Diapositive

8
  • Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
  • Opkomend nationaal bewustzijn in de kolonies
  • Let goed op jaartallen, meerdere KA's gaan over dit onderwerp (in andere tijdvakken)

Slide 9 - Diapositive

Toetsvragen
Deelstappen om géén punten te verliezen:
1. Vraagherhaling
2. Uitleg begrippen/sleutelwoorden
3. Koppeling maken met vraag of bron
4. Conclusie trekken

Slide 10 - Diapositive

Twee gegevens over De Beetse, een kamp in Groningen:
1 De Beetse werd in 1935 gebouwd als werkverschaffingskamp om de woeste gronden in de omgeving te ontginnen.
2 In 1944 werden in De Beetse enkele honderden Nederlandse mannen gehuisvest die verplicht werden bij boeren de oogst binnen te halen.
Noem voor elk gegeven een verschillend kenmerkend aspect van de eerste helft van de twintigste eeuw dat je hiermee kunt illusteren.
Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken.

Slide 11 - Question ouverte

Met getuigenis 1 kun je 'het in praktijk brengen van nationaalsocialisme' illustreren.
Toon dit aan, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de getuigenis.

Slide 12 - Question ouverte

Er worden verschillende getuigenissen over Bendorf verzameld.
Licht deze getuigenissen toe door:
 hiermee aan te tonen dat de geallieerden werken aan denazificatie, en
 te beredeneren vanuit getuigenis 1 waardoor de geallieerden kunnen
twijfelen aan de betrouwbaarheid van getuigenis 2.

Slide 13 - Question ouverte

Valtman geeft een mening weer over de economie in het Westen en over de politieke verhoudingen in het Oostblok.
Leg voor beide onderdelen uit welke mening Valtman weergeeft, waarbij je je antwoord telkens ondersteunt met een verwijzing naar de bron.

Slide 14 - Question ouverte