Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
KA persoon begrip
Soekarno
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
Het in praktijk brengen van een totalitair regime/ ideologieën zoals
Crisis wereldkapitalisme
Voeren van twee wereldoorlogen
De rol van propaganda en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
Duitse bezetting in Nederland
Rassisme en discrimintaite die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
Goebbels
Mussoline
Seyss Inquart
Von Ribbentrop
Hitler
Keynes
Massavernietigingswapens
Beurskrach
Indoctrinatie
Februaristaking
Propaganda
Kolonialisme
Sociaal-Darwinisme/ rassenleer
Slide 2 - Question de remorquage
‘Als men mij vraagt waar we voor strijden, kan ik in twee zinnen antwoorden. In de eerste plaats vechten we om een plechtige internationale verplichting na te komen. In de tweede plaats vechten we om het beginsel te handhaven dat kleine volkeren niet behoren te worden verpletterd, in een uitdaging van het internationale goede vertrouwen, door het willekeurige optreden van een sterke en overheersende mogendheid.’
Wie spreekt deze zin uit?
A
De Engelse minister-president Asquith op 6 augustus 1914, in een toespraak voor het Britse Lagerhuis.
B
De Duitse rijkskanselier Von Bethmann Hollweg op 7 september 1914, in een gesprek met de Oostenrijkse ambassadeur.
C
De Servische kroonprins Alexander op 24 juli 1914, in een telegram aan de Russische tsaar Nicolaas II.
D
De Oostenrijks-Hongaarse stafchef Graf Conrad von Hötzendorf op 20 januari 1913, in een onderhoud met keizer Franz-Joseph.
Slide 3 - Quiz
Zet in de juiste chronologie, wat eerst gebeurde boven aan. In de tekst
De voorlopige regering besluit de oorlog (WOI) tegen Duitsland door te zetten.
Na het overlijden van Lenin, wint Stalin de strijd om het leiderschap.
Miljoenen mensen sterven aan de honger als gevolg van de collectivisatie.
Tijdens de periode van terreur wordt een groot deel van de legerleiding door Stalin vermoord.
Na protest en stakingen treedt tsaar Nicolaas II af.
De NEP wordt vervangen door de planeconomie
Slide 4 - Question de remorquage
Welk aspect past bij de volgende stof: Begin 20ste eeuw lopen de spanning op in Europa. Het nationalisme groeit met als gevolg bewapening en militarisme. Burgers verheerlijken de oorlog.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 5 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Er werd een politieke partij opgericht de PNI. Deze politieke partij wilde onafhankelijkheid.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 6 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Door het modern imperialisme was deze oorlog een wereldoorlog WOI. Ook in de koloniën werd gevochten.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 7 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Soekarno en andere leiders kregen veel aanhang mede door de slechte economische omstandigheden.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 8 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Onder leiding van Vladimir Lenin ontstond er een tweede opstand. Lenin beloofde het volk vrede, brood en grond
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 9 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: De burgers verheerlijkte het een leider principe en wantrouwen de democratie.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 10 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Deze oorlog kenmerk zich door de loopgraven. Beslissende doorbraken bleven uit en vele slachtoffers vielen binnen enkele kilometers niemandland.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 11 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Engeland en Frankrijk voerden een buitenlandbeleid van appeasementpolitiek.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 12 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Onderdrukking en wreed gedrag door de overheersers wakkerde nationalistische gevoelens aan. Een aantal inheemse studenten komen in contact met politieke ideologieën over democratie en gelijkheid.
A
Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massvernietingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
B
Het voeren van twee wereldoorlogen
C
vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
D
Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën, communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Slide 13 - Quiz
De Eerste Wereldoorlog wordt wel de eerste totale oorlog genoemd. Leg met een voorbeeld uit de Eerste Wereldoorlog uit, wat dit betekende voor de Duitse burgerbevolking.
Slide 14 - Question ouverte
Welk aspect past bij de volgende stof: In de zomer van 1944 was er nog een jubelstemming door het land gegaan. Na de landing in Normandië, D-Day, rukten de geallieerden in hoog tempo op en leek de bevrijding aanstaande. De verhalen over het naderende einde van de oorlog, waren zo hardnekkig dat tijdens Dolle Dinsdag duizenden collaborateurs alvast de benen namen, in de hoop hun hachje te redden.
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
C
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
D
De Duitse bezetting van Nederland
Slide 15 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Op uitnodiging van Reinhard Heydrich vond op 20 januari 1942 bij de Wannsee (bij Berlijn) een berucht geworden vergadering plaats. Deze meeting is bekend geworden als de Wannseeconferentie en was een keerpunt in de Endlösung.
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
C
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
D
De Duitse bezetting van Nederland
Slide 16 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Herstel kwam er toen er actieve overheidsingrepen werden gedaan. Zo kwam Franklin D. Roosevelt met de New Deal.
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
C
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
D
De Duitse bezetting van Nederland
Slide 17 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Schrijver Jan Terlouw met het kinderboek Oorlogswinter
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
C
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
D
De Duitse bezetting van Nederland
Slide 18 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Joseph Goebbels was een van de belangrijkste figuren van het Nazi-regime en zijn bijdragen waren cruciaal voor de opkomst van de Nazi-partij en het beheersen van de Duitse samenleving. Enkele van zijn belangrijkste prestaties waren het creëren van een sterke cultuur van loyaliteit en gehoorzaamheid onder de Duitse bevolking, het verspreiden van de ideologie van het Nazisme en het beheersen en manipuleren van de media en het intellectuele leven van Duitsland.
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
C
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
D
De Duitse bezetting van Nederland
Slide 19 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: Adolf Hitler beschreef het in zijn boek Mein Kampf dat in 1925 verscheen: kunst heeft een politieke functie. De nazileider was bepaald geen fan van het ‘abstraheren’ van de futuristische en kubistische kunstenaars. Schilderijen en andere kunstvormen zouden het publiek moeten onderwijzen, disciplineren en kalmeren. Moderne kunstuitingen waren daarvoor volgens hem niet geschikt, mede door de grote invloed van de Joden op de kunst.
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
C
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
D
De Duitse bezetting van Nederland
Slide 20 - Quiz
Welk aspect past bij de volgende stof: De roaring twenties was een periode van veel optimisme in de westerse wereld. Het is een periode waarbij de aandelenprijzen bleven stijgen en de economie bleef groeien.
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
C
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden