KGT MASK 1.2 identiteit

1.2 identiteit
- Wat is identiteit? En waar wordt je identiteit door gevormd.

- Wat is groepsidentiteit? En wat heeft dat voor gevolgen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 identiteit
- Wat is identiteit? En waar wordt je identiteit door gevormd.

- Wat is groepsidentiteit? En wat heeft dat voor gevolgen.

Slide 1 - Diapositive

Identiteit
Persoonlijke identiteit = IK 
Jouw identiteit is de persoon die jij bent, dit wordt grotendeels bepaald door: 
  • Socialisatie (opvoeding; hoe je je volgens je cultuur hoort te gedragenen)
  • Internalisatie (je gedraagt je automatisch zo)
  • Identificatie (je wil op iemand of een bepaalde groep lijken)
  • Karakter en ervaringen


Slide 2 - Diapositive

Bij welk begrippen horen deze plaatjes?

Slide 3 - Diapositive

persoonlijke identiteit

Je persoonlijke identiteit bestaat dus uit de dingen die je hebt geleerd,
de dingen die je bewust en onbewust hebt overgenomen, je ervaringen en je aangeboren eigenschappen. 

Je bent dus uniek.


Groepsidentificatie

Veel mensen voelen zich ook bij een groep horen. (Friezen, vmbo'ers, Cambuur...)
Zij hebben dezelfde kenmerken of gewoonten.



Saamhorigheid/wij-gevoel: ergens bij horen
Wij en zij: Door 'wij' sluit je anderen uit. 
Meerdere groepen: Soms botst dat.
Kun je een voorbeeld bedenken?



Slide 4 - Diapositive

Zelfstandig werken! 
Lees hoofdstuk 1.2
Boek: pluriforme samenleving


Maak de volgende 10 opdrachten: 
6/7/8/9/13/14/15/16/17/18 
(dit is ook huiswerk voor de volgende les)

Slide 5 - Diapositive

Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.

Je ......... is vooral aangeleerd

Welk woord of welke woorden, kan je hier invullen?
A
Technisch inzicht
B
Muzieksmaak
C
Taalgevoel
D
Voetbaltalent

Slide 6 - Quiz



Socialisatie betekent dat mensen:
A
Kenmerken van een groep aanleren
B
Allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
Verschillende culturen leren kennen
D
Alle aangeboren eigenschappen afleren

Slide 7 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken, waarden, normen en gewoonte

2. Socialisatie gaat bewust en onbewust.
A
1 is juist , 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 8 - Quiz



Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?
A
Vanaf 18 jaar, want dan ben je meerderjarig
B
Vanaf vier jaar, want dan ga je naar school.
C
Vanaf de geboorte
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat.

Slide 9 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten.

2. Socialisatie en cultuur staan los van elkaar.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 10 - Quiz



Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag.

Welke is het belangrijkst voor kleine kinderen?
A
Het geloof
B
De school
C
Het gezin
D
De media

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo